Veel+variatie+verhoogt+voeropname+biggen+in+kraamhok+fors
Achtergrond
© Anouschka Middelkoop

Veel variatie verhoogt voeropname biggen in kraamhok fors

Met vier voersoorten die flink van elkaar verschillen, kan de voeropname van zogende biggen fors omhoog. Die kan oplopen tot meer dan 1 kilo per big in de zoogperiode. 'Maar dat helpt niet als na het spenen de variatie weg is', waarschuwt onderzoeker Anouschka Middelkoop.

Zorgen dat biggen meer gaan eten voor het spenen en dat ze allemaal gaan eten. In vier deelonderzoeken heeft Anouschka Middelkoop hiernaar gezocht tijdens haar promotieonderzoek bij de leerstoelgroep Adaptatiefysiologie van Wageningen University & Research. Het onderzoek is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, Cargill en Coppens Diervoeding.

Wennen aan vast voer is belangrijk. Biggen die nog geen vast voer opnemen, wachten na het spenen te lang met eten. Dat betekent groeiachterstand, kans op speendiarree en de extra stress kan ertoe leiden dat biggen bijters worden.

Vier soorten

Bij een van deze onderzoeken gebruikte Middelkoop vier totaal verschillende voersoorten: selderij, honingringetjes, pinda's en biggenkorrel. De controlegroep kreeg alleen biggenkorrel. De grote keuze uit divers voer elke dag gaf al vanaf de eerste week aanleiding tot een hogere opname. 'Ik moest geregeld het voerbakje nog een keer bijvullen omdat de biggen het alweer bijna op hadden.'

Stem de maatregelen voor en na het spenen goed op elkaar af

Anouschka Middelkoop, onderzoeker leerstoelgroep Adaptatiefysiologie Wageningen University & Research

In totaal was de opname met de vier verschillende voersoorten 1,26 kilo per big tijdens de zoogperiode. De biggen die alleen biggenkorrel kregen, kwamen tot 260 gram in de zoogperiode. Het verschil is dus 1 kilo. 'Daar moet ik dan wel bij zeggen dat het om vers product gaat. In droge stof is het verschil minder groot. Selderij bevat veel vocht. Maar duidelijk is dat de biggen veel kunnen eten als ze divers voer krijgen. Daarbij gaan ook alle biggen aan het eten: 99,6 procent van de biggen at de dag voor het spenen.'

Twee soorten

In een eerder onderzoek gebruikte Middelkoop twee verschillende voersoorten om te zorgen dat de biggen beter gaan eten. Ze kregen een grote korrel en een kleine korrel, ieder in een apart voerbakje. Ook de samenstelling van het voer was verschillend, net als de smaak en structuur.

De andere biggen kregen alleen de kleine korrel in beide voerbakjes, maar wel werd steeds een andere geur toegevoegd aan het voer in één bakje.

Hoe diverser, hoe beter

De biggen die de twee totaal verschillende voersoorten wat betreft vorm en samenstelling kregen, namen duidelijk meer voer op – 214 versus 143 gram per big op drie weken leeftijd – dan de voersoorten die enkel in geur verschilden. Ofwel, hoe diverser, hoe beter. Ook nu aten veel biggen voor het spenen, namelijk meer dan 90 procent in beide groepen.

'De voeropname voor spenen flink verhogen kan dus en je kunt ook alle biggen aan het eten krijgen', concludeert Middelkoop. 'Maar je moet de biggen ook na het spenen stimuleren en zorgen voor herkenning, anders ben je het voordeel weer kwijt. Je kunt beter voor en na het spenen een grote en kleine korrel voeren met verschil in samenstelling dan voor het spenen vier voersoorten en na het spenen maar één voersoort.'

Stelling

Loading

Weer

  • Dinsdag
    10° / 7°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 5°
    95 %
  • Donderdag
    10° / 5°
    75 %
Meer weer