Henk+Boelrijk+stopt+na+veertig+jaar+inzet+voor+varkenshouderij
Achtergrond
© Koos Groenewold

Henk Boelrijk stopt na veertig jaar inzet voor varkenshouderij

'De cirkel is rond', stelt Henk Boelrijk. De beleidsmedewerker bij de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) ziet dat er één krachtige organisatie staat voor het behartigen van de sectorbelangen. 'De keuzes waren niet makkelijk en het oprichten van de POV is niet zonder slag of stoot verlopen. Alles wat ik heb gedaan stond dag en nacht in het teken van de varkenshouders.'

Geheel in stijl van deze tijd zit Henk Boelrijk thuis achter zijn computer. In het online-interview blikt hij terug op zijn werkzame leven dat volledig ten dienste stond van de Nederlandse varkenshouderij. Sinds 4 januari staat hij in de afkickstand. Hij leest alleen zijn werkmails en geeft op afroep nog tips en advies.

Per 1 maart zet Boelrijk een punt achter deze levensfase. 'Veertig jaar lang heb ik 24/7 klaar gestaan om bestuurders zo goed mogelijk te informeren en adviseren over de meest uiteenlopende zaken.'

Bijzonder om in dit coronatijdperk afscheid te nemen?

'Dat kun je wel zeggen. Onder de kerstboom besloot ik in 2019 er nog één jaar vol voor te gaan. Dat het zo'n turbulent jaar zou worden, had niemand kunnen bedenken. Sinds 1980 ben ik bijna elke week een of twee keer naar Den Haag gegaan voor overleg op het ministerie.

Er staan genoeg stippen op de horizon met de vijf ambities in het vitaliteitsprogramma

Henk Boelrijk, beleidsmedewerker Producenten Organisatie Varkenshouderij

'Zulke overleggen zijn intensief, je hebt veel persoonlijke contacten, je kunt elkaar in de ogen kijken en praat daarna infomeel wat na. Sinds eind februari 2020 is dat vaste ritueel welgeteld nul keer geweest. Dat vind ik echt een gemis.'

Toch wijzer geworden van deze crisissituatie?

'Jazeker. Ook via de digitale snelweg kan mijn werk doorgaan. Overleggen via livestreams, berichten mailen en appen met de mobiele telefoon. Het is allemaal wat afstandelijker.

'Maar als zoiets zou zijn gebeurd in 1980, het jaar dat ik ben gestart bij het Landbouwschap, was dat onmogelijk geweest.'

Henk Boelrijk, woonplaats: Amstelveen
Henk Boelrijk is 63 jaar en zet op 1 maart 2021 een punt achter zijn veertigjarige loopbaan die geheel ten dienste heeft gestaan van de varkenshouderij. Na de Rijks Hogere Landbouwschool in Deventer ging hij in 1980 aan het werk als secretaris van de afdeling Varkenshouderij van het Landbouwschap (LBS). In 1996 werd het LBS opgeheven en kwam hij in dienst bij LTO Noord als secretaris van LTO-vakgroep Varkenshouderij. De laatste jaren was hij senior beleidsadviseur bij de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV).


Met welk varkensthema is uw carrière gestart?

'De berenproblematiek. Uit oogpunt van het beter organiseren van de varkensfokkerij door verschillende stamboeken, gezondheid en hygiëne, mocht niet elke varkenshouder zomaar beren inzetten voor het voortbrengen van varkens. Dat is toen door het Landbouwschap geregeld in de Berenverordening.'

Welke hoogte- en dieptepunten herinnert u zich?

'Ik spreek liever over ijkpunten. Het opheffen van het Landbouwschap in 1996 en dat van de productschappen per 2015 waren in mijn ogen geen goede ontwikkelingen. Veel van de zorgvuldig opgebouwde zelfregulering is weggegooid.

'Gelukkig hebben varkenshouders vanuit zowel LTO als de NVV snel 1varkensgeluid opgezet. Daardoor zijn taken en euro's van de sector veiliggesteld. Bovendien is met dat boereninitiatief de basis gelegd voor één sterke belangenbehartiger voor de hele varkenshouderij, de POV.

'Natuurlijk heeft de uitbraak van klassieke varkenspest op 4 februari 1997 ook een onuitwisbare indruk achtergelaten. Evenals de maatschappelijke discussie die daarna uitbarstte over de toekomst van de sector.'

Wat staat u bestuurlijk van die pestperiode bij?

'In 1996 vonden verkiezingen plaats voor het voorzitterschap van de LTO-vakgroep Varkenshouderij. Na een landelijke verkiezingstournee werd Wien van den Brink gekozen. Hij was ook voorzitter van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV). Op 1 januari 1997 ging hij aan de slag. Hij kreeg dus al snel te maken met de eerste uitbraken van varkenspest.

'Dat was een heel intensieve periode, ook omdat Wien rustig om 4 uur 's nachts belde om te overleggen. Zittend op zijn trekker tijdens het ploegen vielen hem dan dingen in die hij meteen wilde delen. Wel was zijn combirol in die crisisperiode efficiënt. Er hoefde weinig energie en tijd te worden gestoken in extra overleg met de NVV. Maar toen de dierziektecrisis onder controle was, ontstonden al snel meningsverschillen.'

Wat vindt u nog meer een markant punt?

'De komst van de eerste vrouwelijke varkensvoorzitter Annechien ten Have. Zij bracht vernieuwing, zoals het direct communiceren met leden en het grote publiek via Twitter en weblogs.

'Dat was in die tijd zeer vooruitstrevend. Dat gold ook voor de open gesprekken die ze aanging met ngo's als de Dierenbescherming.'

Vindt u de sector innovatief?

'De varkenshouderij heeft altijd voorop gelopen. In de negentiger jaren heeft de sector automatisering voortvarend opgepakt en zijn managementsystemen ontwikkeld. Dat gaf de professionalisering een impuls en de verkoop van Siva-producten heeft de sector een mooi centje opgeleverd. ICT-projecten worden er nu nog mee ondersteund.

'Op maatschappelijk gebied is de sector uit zichzelf aan de slag gegaan, zoals met het verlagen van de ammoniakuitstoot, een verantwoord gebruik van antibiotica en aandacht voor het dierenwelzijn. Zo werd in 1996, tegen de wil van de varkenshouders in, al gestart met het uitvoeren van onderzoek naar groepshuisvesting van zeugen. In 2003 had de varkenshouderij de primeur om als eerste sector naar buiten te komen met een maatschappelijk jaarverslag.'

Mest liep als een rode draad door uw carrière.

'Op dit thema is inderdaad ruim dertig jaar in cirkels rondgedraaid. Mineraal centraal, het verlagen van de uitstoot van stikstof en fosfaat, het oprichten van Mestbanken om mest beter te verdelen over Nederland. Maar de tijd is rijp om als varkenshouders de regie te pakken.
'Zo werkt de Coalitie Vitale Varkenshouderij aan het opzetten van een nationale mestcoöperatie. Draagvlak voor samenwerking is echter cruciaal om de mestafzetkosten naar beneden te krijgen.'

U bent van het collectief?

'Samenwerking is cruciaal, zeker in roerige tijden en wanneer ontwikkelingen snel gaan. En wat mij betreft is het nu tijd om als sector op veel fronten echt door te pakken. Ook bij het invullen van ketenconcepten. Maar dat moet wel gebeuren zonder dat er sprake is van verplichte winkelnering.

'Een varkenshouder moet in mijn ogen vrij zijn om zijn fokmateriaal, voerleverancier of dierenarts te kiezen. De kracht van het samen ondernemen moet juist centraal staan in verschillende ketenconcepten.'

Wat is de stip op de horizon van de varkenssector?

'Er staan genoeg stippen op de horizon met de vijf ambities in het programma Vitale Varkenshouderij. Als het kabinet de uitvoering van het actieprogramma steunt en faciliteert, halen we als varkenshouderij de stikstofdoelen, klimaatdoelen en andere maatschappelijke doelen ruimschoots. Bovendien houden we een vitale sector die geld in het laatje brengt voor de Nederlandse economie.

'Helaas lijkt regeren op basis van feiten soms wel uit het oog te worden verloren. De sector van het ultieme kringloopdier heeft echt een goed verhaal en laat zich niet van tafel vegen.'

Coöperatief naar eerlijke verdienmodellen
Het krijgen van een eerlijke prijs voor varkensvlees is een periodiek terugkerend thema. 'Het verdienmodel speelt op in periodes met extreem lage prijzen', stelt Henk Boelrijk. 'In 1985 zijn leveringsvoorwaarden opgesteld om gelijkwaardige afspraken te maken met afnemers en leveranciers. In 2005/2006 speelde die inkomensproblematiek weer op, maar was de sector niet coöperatief genoeg ingesteld. Nu is de tijd wel rijp voor samenwerkingsverbanden in coöperatie 2.0. Dankzij coöperaties zijn we groot geworden.'

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    6° / 3°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / 1°
    10 %
  • Zondag
    7° / 3°
    10 %
Meer weer