De Wolf (WUR): 'Bronaanpak enkel eerste stap'
Bronaanpak van emissies is een eerste stap. Het vraagstuk van duurzame veehouderij gaat veel verder, stelt Ingeborg de Wolf, hoofd afdeling Veehouderij & Omgeving bij Wageningen University & Research (WUR). In dit interview stelt ze dat het gaat om het duurzaam, zeker en veilig voeden van de groeiende wereldbevolking. Dat kan de boer niet alleen, daar zijn alle ketenpartijen en de consument bij nodig.
Veel minder emissies vanuit de veehouderij, circulaire voedselsystemen en het sluiten van kringlopen. Dat zijn de opdrachten waar Ingeborg de Wolf samen met de onderzoekers van de afdeling Veehouderij & Omgeving alle energie in steekt. Hier komen nog opdrachten bij, zoals energieneutraal en misschien zelfs wel energiepositief boeren, bevorderen van de biodiversiteit en aanpassen aan het veranderende klimaat. Dit alles met behoud of versteviging van het maatschappelijk draagvlak en een bedrijfseconomisch perspectief voor de boer.
Dat is wel een heel brede doelstelling.
'Dat klopt en die is dan ook niet zomaar te realiseren. Daar zijn we nog wel tot na 2050 mee bezig. Die brede doelstelling is nodig omdat het er uiteindelijk om gaat dat we een groeiende wereldbevolking kunnen voeden met voldoende en veilig voedsel van een goede kwaliteit. Dat moet duurzaam gebeuren, binnen de grenzen van de planeet, zonder dat we de grondstoffen die we nodig hebben in het voedselsysteem uitputten.
'Het vraagt om een systeemverandering. Er zijn daarbij meerdere scenario's denkbaar. Bij al die scenario's is het nodig te kijken hoe je alles kunt hergebruiken. Afval mag er niet zijn, alle restproducten die in het proces ontstaan, moeten telkens weer de basis van een nieuw begin zijn.
Je moet voorkomen dat je met een oplossing een ander probleem vergroot
'Kringlooplandbouw is een manier van duurzaamheid. De noodzakelijke bouwstoffen voor ons voedsel als koolstof, fosfaat en stikstof kunnen opraken. Fosfaat dat in alle eiwit zit is daarbij waarschijnlijk het eerst eindig. Om te voorkomen dat deze noodzakelijke bouwstoffen opraken is het nodig om lekken in het voedselproductiesysteem aan te pakken. Het zal bijvoorbeeld ook betekenen dat humane mest hergebruikt moet worden voor voedsel.
'Alles hergebruiken gaat niet zomaar ineens lukken. Het zal in kleinere stappen gaan. En je moet voorkomen dat je met de oplossing van het ene probleem een ander probleem groter maakt. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en al die wegen hebben voor- en nadelen en keuzes die gemaakt moeten worden.
'Om emissies te beperken, kun je zeggen dat de boer bronmaatregelen moet nemen. Of dat je de veestapel moet verkleinen. Maar we hebben te maken met verschillende schaalniveaus waarop de problemen spelen: het boerenbedrijf, de regio, maar ook de Europese Unie of nog een stap verder. Wat voor de ene boer past, hoeft voor de andere boer niet te passen. Net zo goed passen sommige benaderingen ín het ene land wel, maar het andere land niet. Simpelweg omdat inzichten en omstandigheden verschillen.
'Er is dus ook niet eenvoudig één scenario dat iedereen past, zowel voor een varkenshouder in Brabant als die in Groningen of Mexico. Daarom is het belangrijk om in scenario's te denken en voor ieder scenario na te gaan welke afwentelingen er kunnen optreden. Dan kun je een bij de situatie passende keuze maken.'
Aanpak van emissies bij de bron is wel een eerste stap?
'Om op korte termijn een flinke beperking te bereiken in emissies is aanpak bij de bron het beste. De opdracht ligt er om dat in 2030 te realiseren. Het gaat niet alleen om ammoniak maar ook om alle broeikasgasemissies. We hebben vanuit de Klimaatportefeuille de opdracht gekregen daar aan te werken.'
Hoe ziet een ideale stal voor emissies eruit?
'Om de emissies naar de omgeving vrijwel geheel te beperken, zou je compleet gesloten stallen moeten maken zodat er niets kan ontsnappen. En ook dat er niets in kan komen zoals dierziekten. Daarbij komt dan wel een andere vraag naar boven. Is dat wat we willen? Geen koeien meer in de weide en geen kippen of varkens met buitenuitloop?
'Daarbij komt ook de consument naar voren die tegelijk ook burger is. Wat koopt die in de winkel en wat wil die zien in het landschap. Brongerichte maatregelen zijn heel mooi maar voor verdere stappen moet je verder kijken dan de boer. Er ligt een verantwoording bij alle ketenpartijen, van de overheid tot de consument en burger aan toe. Want we kunnen niet werken met oplossingen die niet betaalbaar zijn. De boer moet er ook nog een boterham mee kunnen verdienen. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid: de boer kan het niet alleen.
'De vraagstukken waar we mee te maken hebben, zijn complex. Er spelen veel verschillende factoren een rol. Stel je ontwerpt een vloer die de emissie heel sterk reduceert. Dat is dan goed voor het klimaat als het om broeikasgassen gaat en voor omwonenden als je de ammoniakuitstoot daarmee terugdringt. Maar als de dieren op zo'n vloer last krijgen van klauwen of poten heb je een issue bij dierenwelzijn. Dat wil je niet: dat het niet goed is voor de dieren.
'Als je in circulaire systemen denkt, wil je dat ook niet. Wrakke dieren zijn een verlies in de kringloopgedachte. Die dieren komen immers niet in de voedselketen terecht. Bij het nemen van maatregelen komen dus veel verschillende dingen kijken. Die moet je ieder voor zich bekijken, maar ook in samenhang met elkaar.'
Wat is in ieder geval wel een goede stap?
'Mest snel uit de stal halen, is een goede stap om emissies te beperken. En liefst ook direct urine en mest scheiden. Het helpt daarbij dat een varken intelligent is. Je kunt een varken trainen om gebruik te maken van een toilet.
'Maar daarmee ben je er niet. Wat doe je met de methaan die niet verloren gaat? Je kunt het gebruiken als brandstof, maar dat is niet direct heel waardevol. Na het verbranden ben je de koolstof weer kwijt in de vorm van CO2. Voordeel is wel dat CO2 een veel minder sterk broeikasgas is dan methaan. Maar als het gaat om het verwaarden van methaan uit mest, dan is de waarde hiervan beperkt.
'Misschien is het beter om naar een andere toepassing van methaan te zoeken. Bijvoorbeeld het maken van bioplastics. Die kun je dan na gebruik weer recyclen. Uiteindelijk moet de koolstof die in de bioplastic verwerkt is, wel terugkomen in het agrovoedselsysteem. Dan blijft de koolstofkringloop gesloten. Daar zitten nog wel wat haken en ogen aan, bijvoorbeeld hoe je de methaan goed kunt afvangen in zulke hoeveelheden dat je er daadwerkelijk iets mee kunt.
'Het is wel waar we naar toe moeten: afval-, rest- of bijproducten niet langer als afval zien, maar als het begin van een nieuw product door er waarde aan toe te voegen.'
En wat te doen met de mest die uit de stal komt?
'In ieder geval moet je mest niet verbranden, zoals wel gebeurt in andere landen of in Nederland met kippenmest. Datzelfde geldt ook voor biomassa. Verbranden mag alleen als allerlaatste stap als je met een restproduct echt niets anders meer kunt.
'Mest die uit de stal komt moet je dus goed zien te verwaarden. Je kunt het daartoe het beste scheiden. De dunne fractie is goed bruikbaar voor gerichte bemesting. De dikke fractie kun je als bemesting gebruiken of misschien als bron voor visvoer, zoals wel met kippenmest gebeurt in Aziatische landen. Vis is dan weer voedsel. Of je teelt op de mest insecten en die insecten zijn dan weer voer voor kippen of varkens zodat de kringloop beter is te sluiten.'