Meer in België verwerken impuls voor vleesprijs

Stijgende kosten van vooral de voeders zijn volgens Bart Vergote, varkenshouder en verantwoordelijk voor het dossier varkenshouderij bij ABS, niet de grootste zorg. De problemen moeten aan de opbrengstenkant worden gezocht, meldt hij op Vilt.be. Vergote pleit voor meer vleesverwerking op Belgisch grondgebied.

Ondanks de AVP-vrije status exporteert België naar slechts een handvol derde landen. Deze exportmarkt zit dus nog grotendeels op slot voor België en maakt de varkenssector grotendeels afhankelijk van de prijszetting in Europa.

Prijsdruk

Volgens Vergote is de concurrentie op de Europese markt enorm. Landen als Duitsland, Polen en Tsjechië hebben te maken met uitbraken van AVP en mogen niet naar derde landen exporteren. Zij produceren dus ook voor de Europese markt waardoor er een enorme prijsdruk op deze interne markt bestaat.

Twee derde van de Belgische varkensproductie, circa 11 miljoen dieren, gaat naar het buitenland. Veel hiervan gaat naar Duitse en Poolse vleesverwerkers. Die landen hebben geen AVP-vrije status. Dat maakt het voor die verwerkers onmogelijk om varkensvlees van Belgische oorsprong naar derde landen te exporteren.

Nieuwe realiteit

Daarom roept het ABS de Belgische versnijders en vleesverwerkers op zich aan te passen aan de nieuwe realiteit en hun capaciteit in België op te voeren. Als er meer wordt versneden in België, vergroot dit volgens Vergote de kans op export van Belgisch varkensvlees van topkwaliteit. 'Dat verdwijnt nu anoniem naar het buitenland waar ze er wel een toegevoegde waarde aan kunnen geven. Deze toegevoegde waarde in eigen land houden is juist nodig om een betere prijs aan de varkenshouder te kunnen uitbetalen.'

Of industriële vleesverwerkers bereid zijn om de verwerkingscapaciteit in België uit te breiden is de vraag. Vanwege te hoge loonkosten is die verwerkingstak in het verleden juist uitgeweken naar 'lagelonenlanden' als Duitsland en Polen.