Subklinische coccidiose kost 25 gram groei bij zogende big
Een besmetting met coccidiose veroorzaakt niet altijd diarree, maar wel darmschade. Volgens professor Dominiek Maes van de universiteit van Gent gaat het zelfs zonder diarree om een verlies van 25 gram groei per dag in het kraamhok. Bij diarree is dat groeiverlies nog hoger.
Coccidiose wordt veroorzaakt door de eencellige parasiet Cystoisospora suis. Vroeger werd de benaming Isospora suis gebruikt, vertelde Maes op het recente symposium van Ceva Santé Animale en Trouw Nutrition.
Een besmetting met deze parasiet kan leiden tot een geelgrijze diarree bij biggen van 7 tot 11 dagen oud. Maar die diarree hoeft niet altijd zichtbaar te zijn en diarree kan ook veel andere oorzaken hebben. Volgens Maes veroorzaakt de parasiet wel altijd darmschade. Dat zorgt voor groeivertraging en maakt de big vatbaarder voor andere ziekteverwekkers.
Coccidiose slecht aantoonbaar
Een recent onderzoek toont aan dat minimaal 50 procent van de Nederlandse en 70 procent van de Belgische bedrijven is besmet met coccidiose. En het is volgens Maes eerder meer dan minder, omdat de parasiet slecht aantoonbaar is. De uitscheiding van de parasiet heeft namelijk al zijn hoogtepunt voordat diarree optreedt. Om zeker te zijn, zouden op meerdere tijdstippen monsters moeten worden genomen.
Daarnaast werkt de oude methode waarbij de oöcysten, de eitjes die de parasiet uitscheidt, met een flotatiemethode worden aangetoond niet heel nauwkeurig. De nieuwe methode met autofluorescentie is veel beter en binnenkort komt er ook een nog nauwkeuriger PCR-test beschikbaar.
Op bedrijven die zijn besmet met coccidiose is het volgens Maes van belang goed te reinigen en ontsmetten. Ontsmetten kan alleen met wegbranden, stoom of met een middel gebaseerd op cresol. Alle andere ontsmettingsmiddelen werken niet. Voor het ontsmetten is het dan wel noodzakelijk om eerst goed te reinigen, vult dierenarts Steven Van Colen van Ceva Santé Animale aan. 'Daarbij heb je zeep nodig om de oöcysten los te weken en weg te spoelen.'
Vroeg behandelen
Besmette bedrijven kunnen de biggen het beste zo vroeg mogelijk behandelen met toltrazuril. Een behandeling op dag 1 tot 3 pakt daarbij volgens Maes beter uit dan een behandeling op dag 3 tot 5.
Vroeg behandelen kan met Forceris, een gecombineerd middel van ijzer en toltrazuril. De zeugenhouder voorziet de big hiermee met een injectie van het goed opneembare ijzer in de vorm van gleptoferron en de juiste dosering van toltrazuril. Die gecombineerde behandeling kan leiden tot een hogere groei van de biggen. En in onderzoek was de uitscheiding van de oöcysten sterk gereduceerd. Daarmee daalt de infectiedruk op het bedrijf.