Van blanco naar bedreven biologisch varkens houden
Chris Uitbeijerse is verantwoordelijk voor de verzorging van de biologische zeugen en biggen. Vader Dirk helpt waar nodig en levert de biologische biggen met een eigen vrachtwagen af bij drie vaste en een paar losse afnemers. Vlak voor de corona-uitbraak kwamen de eerste zeugen aan op het bedrijf in het Gelderse Scherpenzeel.
Uitbeijerse begon praktisch blanco aan zeugen en dus was advies meer dan welkom. Albert Everts van De Heus Voeders hielp de familie bij de plannen voor de nieuwe stallen en kraamopfokhokken. De drachtstal en dekruimte zijn in de voormalige nertsenschuren gerealiseerd. De Heus was vanaf het begin betrokken bij de transitie naar biologische zeugen. ‘De Heus is een van de grotere spelers op de biologische markt, het was dus een open deur om ze eens te bellen. Zelf had ik geen verstand van varkens’, zegt Dirk Uitbeijerse.
Bij het bezoeken van verschillende bedrijven werd duidelijk wat de wensen en eisen van Uitbeijerse waren. Zo is er naar eigen inzicht een nieuw mestafvoersysteem ontwikkeld zodat er niet met de kruiwagen hoeft te worden gewerkt. Elk hok heeft een mestkoker waar een schuif onder loopt die de mest naar de achterkant van de stal transporteert.
Het zelfbedachte voersysteem maakt het mogelijk om vier verschillende soorten voer in de kraamstal te voeren met één vijzel. Voor de kraamhokken zijn nesten ontworpen waarmee de biggen kunnen worden gescheiden, maar interactie met de zeug mogelijk blijft. Om de temperatuur te bewaken in de biggennesten, zijn de warmtelampen uitgerust met een temperatuursensor die ze automatisch in- en uitschakelt.
De kraamopfokstal biedt ruimte voor 64 hokken die 1,85 meter breed en 5 meter diep zijn. Elk hok heeft een eigen uitloop naar buiten. ‘De biggen van amper 1 week oud speelden afgelopen winter in de sneeuw, ongelofelijk’, schetst Dirk Uitbeijerse.
Beer in de drachtstal
In de drachtstal loopt de beer los tussen de geïnsemineerde zeugen. Naast zijn functie als zoekbeer dekt hij de terugkomers. Hij stamt daarom uit dezelfde lijn als waarmee wordt geïnsemineerd. De beer zorgt ook voor meer rust in de groep, ‘s avonds gaat hij weer zijn eigen hok in. De combinatie van de beer en goed insemineren zorgt voor minder arbeid om de zeugen drachtig te krijgen. Het non-return-percentage ligt boven de 95.
De varkenshouders ervaren weinig problemen met de Topigs 20-zeugen. Als het nodig is, worden de biggen gelijkmatig over de zeugen in dezelfde werpweek verdeeld. Chris Uitbeijerse: ‘Zo’n 14 tot 15 biggen per zeug is de ideale toomgrootte. We zijn er geen fan van, maar een enkele keer maken we nu een pleegzeug en dat gaat goed. We brengen tussen de 28 tot 30 gespeende biggen per zeug per jaar groot.’ Het werken met het driewekensysteem bevalt de ondernemers goed. Elke ronde biggen er 16 tot 20 zeugen af. Met 13,5 à 14 gespeende biggen per worp wordt de doelstelling van 12 ruimschoots gehaald.
De ondernemers hadden nooit gedacht varkens te houden, maar zijn nu tevreden met het resultaat. ‘Wellicht dat de overgang voor ons makkelijk is gegaan omdat we in Waddinxveen naast de nertsen ook al actief waren in de bouw, loonwerk, compostering en koeien. We zijn gewend om snel te schakelen, risico’s te nemen en kansen te pakken’, concluderen Dirk en Chris Uitbeijerse.