Passie voor je werk
Vrijdag 10 september verdedigde ik mijn promotieonderzoek over het verbeteren van voerefficiëntie in vleesvarkens, met succes. Het was een mooie dag, waarbij ongeveer 80% van de mensen in de zaal bestond uit familie en vrienden. Die geen idee hadden wat het doen van promotieonderzoek überhaupt inhoudt. Noch wat het betekent om op zo’n podium te staan voor het oog van vele mensen.
Voorafgaand aan de verdediging was ik erg zenuwachtig. Zeg maar: slapeloze nachten en zenuwachtig. Echter, toen de vragen werden gesteld, voelde het haast alsof ik met de opponenten, experts op hun vakgebied die mij aan de tand moesten voelen, in de kroeg een gezellig gesprek aan het voeren was. De wereld om mij heen was verdwenen en ik kon mij focussen op alles waar ik de afgelopen jaren mee bezig ben geweest.
In de nasleep van mijn verdediging kreeg ik regelmatig de vraag wat het doen van promotieonderzoek nou eigenlijk betekent. Je bent toch gewoon aan het werk? Het is voor mij lastig uit te leggen waarom het doen van promotieonderzoek niet voelt als gewoon werk. Maar het begint met het besef dat ik mijn ziel en zaligheid haal uit mijn onderzoek. Alsof het me definieert. Iets wat waarschijnlijk heel herkenbaar is voor de meeste agrariërs. Je werk is niet simpel je werk, je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Je leeft voor hetgeen je doet, zonder die passie houd je het niet vol. Als men dan de zin en nut van je werk in twijfel trekt, voelt het alsof ze de poten onder je stoel proberen weg te zagen; alsof ze aan je ziel komen.
Misschien is dat ook wel waarom de discussies in de stikstofcrisis zo hoog oplopen. Het gaat niet puur om het inkomen, het gaat om al het bloed, zweet en tranen die in het bedrijf zitten. Het gaat over de manier van leven. Het gaat over de identiteit van de agrariër.
We moeten als samenleving vooruit. Als een struisvogel onze kop in het zand steken en maar hopen dat de problemen uit zichzelf oplossen, zal niet werken. We moeten er als samenleving uitkomen. Hoe pijnlijk het soms ook is om met kritische mensen in discussie te gaan over de toekomst van de agrarische sector. Het is waarschijnlijk makkelijker om met gelijkgestemden een vuist proberen te maken als “wij versus hen”. Maar is de makkelijkste weg ook de beste weg? Zijn er manieren waarop we als sector in samenwerking met andere groeperingen een oplossing kunnen vinden voor de huidige problematiek?
Ondertussen mogen we van de overheid in ieder geval weer wat meer de harde weg op, weg uit de Covid-isolatie op het boerenerf. Maakt het contact maken met “hen” in ieder geval iets makkelijker. Hopelijk kunt u genieten van de nieuw verworven vrijheden!
Lisanne Verschuren
Junior onderzoeker bij Topigs Norsvin