Josine+Gelauf+start+als+welzijnscoach
Achtergrond
© Koos Groenewold

Josine Gelauf start als welzijnscoach

Alle welzijnscoaches zijn zeer gemotiveerd om hun kennis te delen en in de praktijk te brengen. Dat stelt welzijnscoach Josine Gelauf. 'Onze taak is onder andere het herkennen van het begin van bijtgedrag. Samen met de varkenshouder maken we een plan van aanpak. Dat zal leiden tot een beter dierenwelzijn en daarmee ook een beter bedrijfsresultaat.'

Negen mannen en vrouwen uit de periferie van de varkenshouderij hebben een training tot welzijnscoach gekregen, georganiseerd door de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Ze staan in de startblokken om varkenshouders te ondersteunen bij de welzijnscheck en voor ieder bedrijf een gericht plan van aanpak te maken dat de risico's rondom bijtgedrag in kaart brengt. Uiteindelijk kunnen dan richting 2030 de staarten van de varkens intact blijven. Josine Gelauf, varkensarts bij de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk in het Utrechtse Harmelen, is een van de coaches.

Hoe ziet het coachingstraject eruit?

'We beginnen met de vraag wat de varkenshouder wil. Zit hij nog helemaal aan het begin van het traject en is bijterij nog een probleem, dan gaan we daarmee aan de slag. Er zijn ook varkenshouders die al met lange staarten bezig zijn. De tweede stap is het bedrijfsbezoek. We kijken met een frisse blik in de stal. We onderzoeken wat er nodig is aan kennis of materialen. Merken de varkenshouder en zijn medewerkers de eerste signalen van bijterij op? Welke materialen kan de varkenshouder slim gebruiken op zijn bedrijf? Als het nodig is, kunnen we een camera in de stal ophangen om te kijken wie er bijt, wanneer en waarom.

'Aan het eind van het bedrijfsbezoek stellen we een plan op. Bij de uitvoering van dit plan betrekken we de bedrijfseigen dierenarts en adviseur en tijdens de uitvoering nemen we minimaal tweemaal contact op om te vragen hoe het loopt en of er nog meer nodig is.'

Een beter welzijn vraagt om durf, ondernemerschap en gezond verstand

Josine Gelauf, welzijnscoach

Wat heeft u geleerd tijdens de cursus?

'We hebben eerst goed inzicht gekregen in het natuurlijke gedrag van varkens. Veel van dit natuurlijke gedrag uiten onze varkens nog steeds, zoals zeugen die een nest willen maken. Wist je trouwens dat een wildzwijn helemaal geen krul in de staart heeft? Dat is er kennelijk een keer ingekomen bij het domesticeren van varkens. Die staart van onze varkens laat van alles zien.'

Welk varkensgedrag is het belangrijkst?

'Varkens zijn een groot deel van de tijd bezig met foerageergedrag, het zoeken naar voedsel. Dat doen ze in de stal ook nog steeds ondanks onbeperkt voeren. Varkens vertonen dit gedrag vooral in de middag en aan het begin van de avond. Ze ruiken en wroeten aan alles, want varken gaan vooral op geur af en doorzoeken het hele hok. Als ze dan niets interessants vinden, zijn ze niet voldaan. Dan kunnen ze aan elkaar gaan wroeten en bijten. Dat wil je voorkomen. Je moet zorgen dat ze hun behoefte op iets anders bevredigen dan hun hokgenoten.

'Bijtgedrag loopt vooral uit de hand als meerdere factoren, zoals klimaat, gezondheid en hokindeling, niet goed zijn. De bekende emmer loopt dan over. Foerageergedrag wordt dan bijtgedrag. Dat levert stress op en kost groei bij zowel de bijter als het varken dat wordt gebeten.'

Welk gereedschap is het belangrijkst?

'Om te beginnen durf, ondernemerschap en gezond verstand. Anders red je het niet. Vervolgens de kennis vanuit het netwerk over gedrag, gezondheid en de verschillende hokverrijkingsmaterialen.'

Welke materialen zijn het best?

'Het allerbelangrijkste is hokverrijking aanbieden in de vorm van voer met vezels. Stro werkt het best. Dat is aangetoond. Luzerne kan ook prima. Eetbare hokverrijking heeft een dubbele functie. Het geeft de varkens niet alleen afleiding, maar het is ook voeding. Vezels zijn van belang voor varkens, vooral voor de darmgezondheid. Op een volledig roostervloer bij gespeende biggen is dat minder eenvoudig. Dit is een risicofactor voor bijtgedrag.'

Kom je er met alleen ruwvoer als hokverrijking?

'Nou nee, je hebt namelijk ook weleens obsessieve bijters. Die moet je kunnen onderscheiden van varkens die bijten door het ontbreken van voldoende hokverrijking. Obsessieve bijters stoppen niet met voldoende hokverrijking. Ze gaan gewoon door en die moet je dus wel uit het hok halen.

'Die obsessieve bijters leer je snel herkennen als je de varkens iets langer blijft observeren. Varkens die bijten uit verveling, stoppen daar weer mee als je ze extra hokverrijking geeft. Obsessieve bijters blijven doorgaan. Meestal is het een achterblijver, een varken dat iets mankeert. Terwijl je staat te kijken, stopt zo'n obsessieve bijter niet. Die blijft maar doorgaan en zoeken.'

Hoe herken je gewoon staartbijten?

'Dat begint vaak heel subtiel met wat sabbelen op de staarten van hokgenoten. Biggen in het kraamhok kunnen dat al doen. Het wordt doorgaans pas erger in de biggenopfok. Naast sabbelen kun je kleine plekjes aan de staarten of oren zien. Als biggen hun staart laten hangen of veel kwispelen met de staart, is er wat aan de hand met bijvoorbeeld het water of het voer, de gezondheid of het klimaat waardoor ze stress hebben. Het is van belang dat je die signalen snel leert herkennen. Daar helpen we de varkenshouder bij. Heb je eenmaal kapotte staarten, dan is het lastig om bijtgedrag te stoppen.'

Wat doe je bij de eerste signalen?

'Bij de eerste signalen moet je ingrijpen. Zorg dat er een noodpakket klaarligt. Pak ruwvoer en geef dat dagelijks vers. Ook in het kraamhok kun je al beginnen. Met een jutezak, meerdere bijttouwen voor de biggen en dergelijke. Vergeet de ketting niet. Die heeft een rol op de momenten dat de varkens tanden of kiezen wisselen of nieuwe krijgen. Het melkgebit wisselt tot twee weken leeftijd en dan komen er nog kiezen bij tussen maand vier en acht en rond de twaalf maanden. Op die momenten bijten ze graag in iets hards, een ketting bijvoorbeeld of een stuk hout.'

Kom je er met hokverrijking alleen?

'Nee, zo eenvoudig is het niet. In de welzijnscheck zijn niet voor niets meerdere onderdelen opgenomen. Zieke varkens bijten eerder, dus een goede gezondheid is van belang. Water, voer en klimaat zijn het belangrijkst voor een goede gezondheid. Zorg ervoor dat je zelf de controle en grip hebt op je klimaatsysteem.

'De staltemperatuur kan in veel gevallen omlaag. Een te hoge temperatuur levert stress op en is aanleiding voor agressiviteit. Alleen voor de allerjongste dieren is het nodig dat het een paar dagen 28 graden is. Zodra gespeende biggen goed eten en drinken, hoef je niet bang te zijn voor lagere temperaturen, zolang er maar geen tocht is.

'Als je meer ventileert, blijven er minder ammoniak en stof in de afdeling hangen en minder ziektekiemen. De norm voor het ammoniakgehalte in de stal is twintig deeltjes per miljoen (ppm), maar lager zou beter zijn. Voor de mens is 7 ppm de norm. Varkens doen veel op basis van geur. Een te hoog ammoniakgehalte verstoort de natuurlijke geuren, die varkens gebruiken om bijvoorbeeld hokgenoten te herkennen.'

Waarom zou je een welzijnscoach vragen?

'Investeren in diergezondheid en dierenwelzijn heeft een positief effect op de prestaties. Voor de eerste veertig deelnemers heeft de POV vouchers beschikbaar voor de inzet van een welzijnscoach.'

Josine Gelauf, woonplaats: Driebergen
Josine Gelauf (38) is in 2009 afgestudeerd als dierenarts aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. Na haar studie werkte ze anderhalf jaar bij De Varkenspraktijk in het Brabantse Someren. Sinds elf jaar werkt ze bij de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk in het Utrechtse Harmelen. Naast haar functie als varkensarts heeft ze samen met haar man twee jaar geleden de Healthy Climate Monitor ontwikkeld. Sinds kort is ze ook welzijnscoach.

Bekijk meer over:

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    8° / 4°
    60 %
  • Dinsdag
    7° / 2°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    5 %
Meer weer