Wisselend stalklimaat remt genetische expressie varken

Bij zes varkensbedrijven is gedurende anderhalf jaar het stalklimaat gemeten. Elke tien minuten werden de relatieve luchtvochtigheid, de staltemperatuur en de concentraties van ammoniak (NH3) en kooldioxide (CO2) geregistreerd. Daarnaast zijn de fokwaarden van verschillende kenmerken van vleesvarkens en de uiteindelijke technische resultaten met elkaar vergeleken.

Angela van der Sanden van Connecting Agri & Food lichtte op 12 mei de onderzoeksresultaten toe tijdens een bijeenkomst met de zes varkenshouders. Zij liet zien dat het belangrijk is om het klimaat gedurende de dag frequent te monitoren. Bij alleen kijken naar gemiddelde waarden over een dag verlies je volgens haar het inzicht in de uitschieters van bijvoorbeeld het ammoniakgehalte in de stallucht. Juist die schommelingen in de waarden over een dag kunnen volgens Van der Sanden van invloed zijn op de resultaten van de dieren.

Schommelingen funest

De praktijkbedrijven in het onderzoek werkten met verschillende foklijnen. Toch bleek dat zowel binnen lijnen als over alle lijnen heen een significante relatie werd gevonden tussen stalklimaat en de groei per dag van de vleesvarkens. Grotere schommelingen in de gehalten aan NH3 of CO2, de afdelingstemperatuur of de relatieve luchtvochtigheid zullen tot een lagere daggroei bij de varkens leiden. Temperatuurschommelingen kunnen ervoor zorgen dat vleesvarkens 20 procent minder presteren dan op basis van de fokwaarde mag worden verwacht. Voor NH3, CO2 en de relatieve luchtvochtigheid is dat respectievelijk 19, 11 en 18 procent.

Op basis van de fokwaarde van andere prestatiekenmerken kan ook worden gezegd dat het stalklimaat effect heeft op de dierprestaties. Connecting Agri & Food concludeert dat er duidelijke indicaties zijn dat het stalklimaat een van de factoren is die bepaalt of het dier de genetisch potentie op basis van de fokwaarde zal waarmaken.