Biggenexport krimpt in jaar met 15 procent

In de eerste zes maanden van 2018 werd met 3,63 miljoen biggen de absolute exportpiek bereikt. Daarna is een dalende trend ingezet. Maar de daling is nog nooit zo groot geweest als tussen 2021 en dit jaar. In de eerste 26 weken van 2022 zijn ongeveer een half miljoen biggen minder geëxporteerd dan in dezelfde periode van 2021, respectievelijk 2,86 en 3,36 miljoen biggen. Dat is een krimp van maar liefst 15 procent, onder meer het gevolg van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.

Duitsland is traditioneel de belangrijkste afnemer van Nederlandse biggen. Op de top in 2017 gingen daar in de eerste 26 weken 2,27 miljoen biggen naartoe. Dit jaar zijn in dezelfde periode ruim 1,45 miljoen biggen erheen geëxporteerd, wat een krimp is van bijna 40 procent.

De grootste teruggang in de biggenexport naar Duitsland vond afgelopen jaar plaats. In de eerste jaarhelft van 2022 zijn er 476.000 Nederlandse biggen minder naar onze oosterburen geëxporteerd in vergelijking met 2021. Dit is een kwart eraf.

Belang Spanje groeit

Tot 2018 was België traditioneel het tweede belangrijkste exportland voor Nederlandse biggen. De export naar Belgische vleesvarkenshouders bereikte in 2018 een piek met bijna een half miljoen biggen in de eerste zes maanden van dat jaar. In dat jaar steeg de export van Nederlandse biggen naar Spanje echter explosief en passeerde België als tweede belangrijke exportland. Intussen is de biggenexport naar België in vijf jaar tijd met 30 procent gekrompen naar 317.000 biggen in de eerste zes maanden van 2022.

De export van biggen naar Spanje is in de eerste helft van 2022 uitgekomen op bijna 900.000 biggen. Dat is bijna 10 procent hoger dan in dezelfde periode in 2021, blijkt uit de marktcijfers van RVO.