Wat is er bekend over de uitkoopregelingen
De Europese Commissie heeft goedkeuring aan de kabinetsplannen om de grote uitstoters van stikstof in de veehouderij aan te pakken. Dat maakt het mogelijk om de piekbelasters snel, al dit jaar, uit te kopen. Wat is er al bekend over de Landelijke Bedrijfsbeëindigingsregeling Veehouderijen (Lbv) en de Lbv-plus-regeling.
Eind mei komt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met de voorwaarden voor de twee uitkoopregelingen. Naar verwachting kunnen daar in totaal ongeveer 3.600 veehouders aan meedoen. De regelingen gaan open per 1 juli tot einde van dit jaar.
Innovatie- en omschakelregeling
De piekbelasters krijgen niet alleen de keuze om te stoppen. Tegelijk met de stoppersregeling komt er ook een innovatie- en omschakelregeling. Aan een verplaatsingsregeling wordt nog gewerkt. Veehouders die piekbelaster zijn, moeten een keuze maken uit deze opties.
Om agrarisch ondernemers een eerste inzicht te geven in de mogelijkheden, wordt een website ingericht die eind mei live gaat. Een calculator berekent op basis van depositiewaarde en locatie of een bedrijf een piekbelaster is of niet. Ook krijgen ondernemers een overzicht voor welke regelingen ze in aanmerking komen. Het kabinet maakt met de provincies afspraken over hoe de uitvoering per gebied vorm krijgt.
Wat is de Lbv-regeling?
Voor deze regeling komen melkvee-, varkens- en pluimveehouderijen in aanmerking. Wie van deze regeling gebruikmaakt, krijgt een compensatie van 100 procent voor verlies van zowel productierechten als productiecapaciteit. Voor de 'gewone' Lbv trekt het kabinet 500 miljoen euro uit. Ongeveer 11 procent van de 10.000 veehouderijlocaties rond de 123 Natura 2000-gebieden met de hoogste stikstofdepositie kan aan de selectiecriteria voldoen. Mogelijk komt stikstofminister Christianne van der Wal bij veel animo met nog een tweede tranche in een later stadium.
Om voor de Lbv in aanmerking te komen, moet het bedrijf – afhankelijk van de locatie?– voldoen aan bepaalde jaarlijkse drempelwaardes voor stikstofdepositie. Die worden op basis van het rekenmodel Aerius vastgesteld. De hoogte van de drempelwaardes is nog niet bekend.
Ondernemers die van de Lbv-regeling gebruikmaken, moeten binnen twaalf maanden na het tekenen van de overeenkomst voldoen aan alle eisen voor subsidieverlening, met uitzondering van de sloopverplichting. Dat betekent dat dieren en mest wel moeten zijn afgevoerd.
De productierechten worden doorgehaald. Varkenshouders leveren ten minste 80 procent van de rechten in, melkveehouders 95 procent. Verder moeten deelnemers de milieuvergunning laten wijzigen of intrekken. Ook moeten ze een verzoek indienen om de bestemming van de productielocatie te wijzigen.
Binnen 28 maanden na tekenen van de overeenkomst moeten stallen, silo's en mestkelders zijn gesloopt en afgevoerd. Ontheffing is mogelijk als de gemeente daarmee akkoord gaat. De Lbv-regeling kent geen vergoeding voor de sloopkosten. Landbouwgrond valt niet onder de regeling, dat blijft in eigendom van de boer.
Wat is de Lbv-plus-regeling?
De Lbv-plus is in grote lijnen gelijk aan de Lbv-regeling, maar wijkt op een aantal punten af. Zo biedt de plusregeling hogere vergoedingen dan de Lbv. Dat komt doordat de Lbv-plus is ingericht voor piekbelasters. Dit zijn de 3.000 veehouderijlocaties die de meeste stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden veroorzaken. LNV verwacht dat 2.500 van hen gebruikmaken van de regeling, dan wel in aanmerking komen.
In totaal is voor deze regeling 975 miljoen euro uitgetrokken. Net als de Lbv, geldt deze regeling voor melkvee-, varkens- en pluimveehouders. Daarnaast staat deze regeling ook open voor vleeskalverhouders. Deelnemers worden voor 100 procent gecompenseerd voor het wegvallen van productierechten. De vergoeding voor het verlies aan productiecapaciteit in deze regeling is maximaal 120 procent. Daarbovenop is er een vergoeding voor sloopkosten van 45 euro per vierkante meter staloppervlak. Deze plus-regeling is eenmalig.
Wie krijgt een beroepsverbod?
Deelnemers van de regelingen krijgen een beroepsverbod. Zij doen met deelname de toezegging dat de sluiting van hun productiecapaciteit definitief en onomkeerbaar is. En ook dat zij niet op een andere plaats in Nederland of binnen de EU dezelfde activiteit zullen beginnen. Een ander type agrarische bedrijfsvoering op eigen grond is wel mogelijk.
Het beroepsverbod heeft te maken met de Europese staatssteunregels. Wanneer boeren van een uitkoopregeling gebruik maken en vervolgens elders beginnen, kan volgens de Europese Commissie sprake zijn van oneerlijke concurrentie ten opzichte van de veehouders die daar al zitten.
De Europese Commissie heeft de regelingen goedgekeurd omdat ze bijdragen aan de strategische doelen van de EU uit de Europese Green Deal, zegt de met mededingingsbeleid belaste Eurocommissaris Margrethe Vestager. 'De Nederlandse regelingen maken het gemakkelijker om veehouderijen met een hoge stikstofdepositie op natuurbeschermingsgebieden vrijwillig te sluiten. De regelingen zullen voor betere milieuomstandigheden in die gebieden zorgen. Ze bevorderen een duurzamere, milieuvriendelijkere productie in de veeteeltsector zonder de mededinging onnodig te verstoren.'
Wat is het alternatief?
Naast de mogelijkheid om te stoppen, moeten ondernemers kunnen kiezen voor het fors terugdringen van de stikstofuitstoot door (combinaties van) innoveren, omschakelen, extensiveren of verplaatsen. De overheid wil deze ondernemers met maatwerk begeleiden omdat iedere onderneming en ieder gebied anders is. Eind mei geeft het kabinet hierover meer duidelijkheid.
Boerenorganisaties, waaronder LTO, hebben dit ook nadrukkelijk geëist als voorwaarde om het Landbouwakkoord te ondertekenen. 'Agrarisch ondernemers hebben er ronduit recht op dat alle regelingen op tafel liggen op het moment dat de Lbv en de Lbv-plus worden opengesteld. Alleen zo kunnen boeren een geïnformeerd en weloverwogen besluit nemen over hun toekomst', stelt LTO Nederland.
Wat zijn de reacties?
Het is voor LTO een randvoorwaarde dat Van der Wal stuurt op vrijwillige deelname. De belangenbehartiger is tegenstander van gedwongen opkoop en bedrijfsbeëindiging. Agractie laat eenzelfde geluid horen.
Het IPO, de koepel van provincies, laat weten dat de uitkoopregelingen belangrijke instrumenten zijn om stikstofruimte te creëren om PAS-melders te legaliseren. Zij willen de regelingen inzetten om de gebiedsaanpak vlot te trekken met ruimte voor natuurontwikkeling en de blijvende veehouders.