Realisme of gebrek aan vertrouwen?
Een zesde deel van alle varkenshouders in ons land heeft zich tot nu toe ingeschreven voor de Lbv of de Lbv-plus regeling. Laat dit zien dat ze het vertrouwen in de overheid kwijt zijn? Of is het juist omdat ze voorsorteren op reële verwachtingen voor de toekomst van de varkenshouderij in Nederland?
Varkenshouders zijn als geen ander gewend aan ups en downs. Daar komt tenslotte ook het woord varkenscyclus vandaan. Nu lijkt het wel of er ineens sprake is van heel veel varkenshouders die de toekomst donker inzien.
Het zal zeker te maken hebben met een groot gebrek aan vertrouwen in de overheid, zeker in Noord-Brabant. In deze provincie moeten alle varkenshouders over een half jaar al de totale ammoniakemissie met 85 procent hebben teruggebracht. Dat lukt op zo'n korte termijn alleen met het plaatsen van nog meer luchtwassers, terwijl de provincie er prat op gaat dat ze innovatie stimuleert. Als ondernemers met systemen van bronaanpak al dan niet in combinatie met andere maatregelen aankloppen, krijgen ze wel medewerking maar wordt de deadline niet aangepast. Dan blijft de innovatiedeur voor de varkenshouderij dus feitelijk dicht. Dat is niet te verkopen, want de Brabantse deadline voor melkveehouders en kalverhouders is wel met een pennenstreek opgeschoven.
Daarom hebben zich in de eindfase van het kunnen aanvragen van de LBV-regeling ineens meer Brabantse varkenshouders, 161, gemeld voor de opkoopregeling. Limburg telt nu 134 aanvragers met varkens, maar was lange tijd koploper. Gelderland, de provincie met de meeste piekbelasters in de Gelderse Vallei blijft met 100 deelnemende varkenshouders nog wat achter. Overijssel kent 83 varkenshouders die mogelijk willen stoppen. Ook hier zal gebrek aan vertrouwen een rol spelen.
Maar het gaat niet alleen om stikstofgedoe en vertrouwen in de overheid. Varkenshouders kunnen over het algemeen goed rekenen en weten wat hun marges zijn. Bovendien weten ze voor welke kosten ze komen te staan om hun bedrijf te laten voldoen aan de veelheid van regels op gebied van milieu, dierenwelzijn en klimaat. Flinke investeringen zijn nodig, terwijl het aan de andere kant lang niet zeker is dat ze die hogere kosten ook kunnen doorberekenen. Het is een van de grote breekpunten in het Landbouwakkoord en het is de vraag of daar in het komende Convenant dierwaardige veehouderij wel goede afspraken over gemaakt gaan worden.
Realistisch gezien is het de grote vraag of er wel een goede regeling komt. Zo niet dan daalt de concurrentiepositie van de Nederlandse varkenshouders verder. Wat dat betreft lijkt het dus heel verstandig dat veel varkenshouders zich hebben opgegeven voor ofwel de Lbv of Lbv-plus. Dan krijgen ze in ieder geval inzicht of stoppen met het bedrijf financieel uit kan of niet.
Wel is het erg jammer dat de overheid er niet in is geslaagd om te zorgen dat de andere opties zoals bedrijfsverplaatsing en aanpak van de emissie via innovatie, niet voor elkaar te hebben. Over onbetrouwbaarheid gesproken? Varkenshouders kunnen nu net als de andere veehouders geen goede afweging maken en doen ze mee aan de opkoopregeling krijgen ze ook nog een beroepsverbod op de koop toe.
John Lamers
Redacteur Varkens