Behandeling aanvragen opkoopregeling Lbv-plus vertraagt
Aanvragers van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) moeten mogelijk langer wachten op een beoordeling. Dat bevestigt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Bij de openstelling van de Lbv-plus zegde RVO een behandelingstermijn van zestien weken toe. Die wordt niet bij alle aanvragen gehaald, blijkt nu. 'Het klopt dat de we de beoordeling van de aanvragen niet op tijd kunnen afronden. Een reden daarvoor is dat in alle processtappen en controles die RVO doet, de controle van de Aerius-check meer tijd kost dan verwacht', laat een woordvoerder weten.
RVO zegt dat boeren bij wie de aanvraag vertraging oploopt, persoonlijk worden gebeld en op de hoogte gesteld. 'Om te voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat voor de wachtende aanvragers, bellen we hierna de aanvragers van wie we na de termijn van veertien weken kunnen zien dat deze uit de termijn gaan lopen. We hopen dat deze groep beperkt kan blijven', zegt de woordvoerder.
De vertraging kan oplopen tot maximaal acht weken, maar RVO probeert deze zo kort mogelijk te houden, benadrukt de woordvoerder. 'We begrijpen dat het geen gemakkelijke keuze is om te stoppen met een bedrijf en dat wachten op een beslissing voor onzekerheid zorgt. Om de beoordelingen sneller te kunnen afhandelen, worden er meer mensen opgeleid. Daarnaast is de procedure van de Aerius-check aangepast en verkort. Daarmee gaan we ervan uit dat de huidige achterstanden kunnen worden ingelopen.'
850 aanvragen
Op 22 november waren er 850 aanvragen voor de Lbv en Lbv-plus binnengekomen bij RVO: 281 voor de Lbv, 383 voor de Lbv-plus en 186 van boeren die nog twijfelen tussen beide regelingen. Aanmelden voor de Lbv-plus kan tot 5 april 2024.
Voor de Lbv sluit de aanvraagtermijn al op 1 december. Vanaf die datum worden die aanvragen in behandeling genomen. Aanvragers horen zo snel mogelijk, maar uiterlijk op 1 juni 2024 de beslissing. Wanneer het budget wordt overschreden, dan worden de aanvragen gerangschikt op volgorde van kosteneffectiviteit. Er wordt dan gekeken naar de verhouding tussen de hoeveelheid stikstofneerslag die wordt voorkomen en het subsidiebedrag, meldt RVO.