Automix en toegesneden voeders ontzorgen zeugenhouders

Het bijvoeren van vloeibare voeders in de kraamstal stimuleert de voeropname bij zuigende biggen en verhoogt de bigoverleving. 'Bovendien hebben biggen die, naast melk van de moeder, ook smakelijke zuivelproducten en makkelijk verteerbare plantaardige voedingsbronnen hebben leren verteren, geen of nauwelijks last van een speendip', stelt Saskia van Zon, productmanager Zeugen en Biggen bij De Heus Voeders. 'Bijvoeren is cruciaal voor de ontwikkeling van gezonde darmen; dit telt het hele leven van het varken door.'

Kritische succesfactoren voor het bijvoeren zijn de hygiëne en de inzet van voldoende arbeid om vaak verse, kleinere porties melk of vochtrijke prestarter te verstrekken. 'Daarom vond het automatisch bijvoeren via cupsystemen ruim tien jaar geleden opgang in de Nederlandse kraamstallen. Met name voor bedrijven die werken met droogvoer bleek het een prima, simpel en betaalbaar concept te zijn', weet accountmanager Roel van der Bruggen van De Heus Voeders.

'In de loop van de tijd kregen gebruikers van cupsystemen nogal eens te maken met technische storingen, materiaalpech en problemen met de voerhygiëne. Door deze negatieve ervaringen in de markt serieus te nemen, hebben we het cupsysteem door kunnen ontwikkelen tot het robuuste, volledig automatische bijvoersysteem Automix', legt Van der Bruggen uit.

Praktijkervaring maakt scherp

'De ervaring van zeugenhouders met het automatische bijvoersysteem via cups houdt ons ook scherp bij het innoveren van biggenvoeders', benadrukt Van Zon. De verschillende melken en prestarters met vezelrijke grondstoffen voor de Automix moeten volgens haar niet alleen nutritioneel top zijn. Ze dienen ook snel en volledig op te lossen en niet uit te zakken, voor een ongestoord voerproces.

'Dit samenspel tussen de klant, techniek, nutritie en de gespecialiseerde biggenvoerfabriek in het Brabantse Andel brengt ons steeds verder bij het optimaal trainen van de darmen van zuigende biggen', vervolgt Van Zon.

Wereldwijd draaien rond de 170 Automix-systemen op zeugenbedrijven, waarvan zo'n 25 in Nederland. Gemak en storingsvrij zijn het uitgangspunt. De service en ondersteuning zijn volgens Van der Bruggen overal goed georganiseerd. Deze Automix en die van pakweg tien jaar geleden bestempelt hij als een wereld van verschil.

Oerdegelijke cups

'De gele kunststof cups zijn oerdegelijk. Een cup heeft een bedrijfszeker vlottersysteem en slijtvaste nippel die eenvoudig is af te sluiten met een degelijk schroefkapje. Daarnaast is de diameter van de leidingen verkleind om minder voer in het systeem te hebben. En er worden steeds vaker roestvaststalen leidingen geïnstalleerd vanwege de levensduur en goede reinigbaarheid', licht de De Heus-accountmanager toe.

'Tussen twee onderhoudsbeurten een jaar lang probleemloos bijvoeren met de Automix is realiteit. Mits het automatische schoonmaak- en ontsmettingsproces van de installatie en de leidingen volgens een vast protocol wordt uitgevoerd en de speciaal ontwikkelde biggenvoeders worden gebruikt', stelt Van der Bruggen.
Ondanks bijvoorbeeld wisseling van personeel of de inzet van anderstalige medewerkers, moet de bijvoerinstallatie in de praktijk haar dagelijkse werk kunnen doen. Daarom heeft De Heus verschillende instructiefilmpjes gemaakt over bijvoorbeeld het reinigingsproces van het apparaat.

'Die video's zijn in diverse talen beschikbaar en kunnen makkelijk worden opgeroepen door een QR-code te scannen', vertelt Van der Bruggen. 'Komen de ondernemers er zelf niet uit, dan hoeven ze maar één partij aan te spreken om het te laten oplossen.'

Zoogduur neemt toe

Wat Van der Bruggen en Van Zon in positieve zin opvalt, is de toenemende zoogduur op vermeerderingsbedrijven. Het vergroot de kans dat alle biggen voor het speenmoment voer opnemen en hun darmen al plantaardige vezelfracties hebben leren verteren.

Praktijkproeven met het bijvoeren met de Automix wijzen uit dat biggen die op 4 weken leeftijd worden gespeend, allemaal voer hebben opgenomen. 'Meerdere rondes zijn gevolgd en in geen enkel koppel zat ook maar één voerweigeraar', benadrukt Van Zon. 'Dat zag je ook aan de mest van de zuigende biggen; die was mooi vast en donker, zelfs tegen het zwarte aan.'

Bij een andere praktijkproef worden koppels biggen gevolgd tot aan het afleveren naar de slachterij, met als enige verschil wel of niet te zijn bijgevoerd met de Automix in de kraamstal. De gegevens zijn nog niet compleet, maar het stalbeeld vertelt volgens Van Zon alles. 'Het gunstige effect van het automatisch bijvoeren van luxe vochtrijke biggenvoeders zie je al in de kraamstal. Dat zet zich door in de biggenopfok en vleesvarkensstallen.' Van der Bruggen beaamt dat: 'De investering levert minimaal een factor drie tot vier extra rendement op.'