Nederlandse verwerkers van varkensvlees hebben zich gemeld bij Chinese overheid
Europese vleesverwerkers die varkensproducten leveren aan China, moesten zich voor 8 juli registreren bij de Chinese overheid. Alle Nederlandse bedrijven hebben dit inmiddels gedaan, meldt de COV. China is vorige maand een antidumpingsonderzoek gestart, omdat Europese varkensproducten daar te goedkoop zouden worden verkocht.
De nationale brancheorganisaties, overheden en Europese Unie hebben zich ook gemeld als belanghebbende. Daarmee is de eerste stap in het Chinese antidumpingsonderzoek gezet. In juni is het onderzoek aangekondigd door de Chinese overheid, omdat Europese varkensproducten te goedkoop in dat land zouden worden verkocht.
'De bedrijven die zich hebben gemeld krijgen informatie over de verloop van het proces', licht voorzitter Laurens Hoedemaker van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) toe. 'Daarnaast krijgen we de gelegenheid tijdens het onderzoek uit te leggen waarom er geen sprake zou zijn van dumping van varkensproducten op de Chinese markt.'
Brancheorganisaties hoefden zich simpelweg alleen aan te melden. Voor bedrijven die daadwerkelijk varkensproducten hebben geëxporteerd naar China tussen 2020 en 2023 ligt het iets ingewikkelder.
Voor de verwerkende bedrijven zoals een slachterij en uitbeenderij geldt dat ze basale gegevens moesten aanleveren in het Chinees. De bedrijven zijn verplicht informatie te verstrekken over de totale hoeveelheden varkensproducten in tonnen en dollars per jaar in de periode van 2020 tot 2023. Volgens Hoedemaker was dit voor veel ondernemers een ingewikkelde uitzoekklus.
Bij de volgende stap gaat de Chinese overheid een aantal bedrijven eruit pikken en deze onderzoeken. China heeft in de aankondiging vijf landen en bedrijven genoemd als voorbeeld. Het gaat om Spanje, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Nederland. Voor Nederland staat onder andere Van Rooi Meat genoemd op de voorbeeldlijst.
Hoedemaker benadrukt dat deze landen en bedrijven slechts zijn genoemd als voorbeeld. 'Het zegt nog helemaal niets over welke bedrijven uiteindelijk door de Chinese overheid worden geselecteerd voor nader onderzoek.'
Informatie nauwkeurig aanleveren
Het is belangrijk dat alle informatie en gegevens op de juiste manier en nauwkeurig worden aangeleverd. Als de belanghebbenden dit niet doen, kan de Chinese overheid claimen dat een bepaald bedrijf of land – of zelfs heel Europa – niet wil meewerken aan het onderzoek. China heeft dan de ruimte om binnen de regels van de Wereldhandelsorganisatie extra belasting te heffen.
De bedrijven die door China worden uitgekozen voor nader onderzoek, zullen extra kosten moeten maken. Van hen wordt verwacht dat ze uitgebreide vragenlijsten invullen en veel informatie overdragen. Bovendien moet het onderzoeksrapport in het Chinees worden opgeleverd. Dat betekent volgens Hoedemaker in veel gevallen dat een dure Chinese advocaat in de arm moet worden genomen.
'Momenteel loopt eenzelfde onderzoek in Frankrijk, naar wijn en cognac. Deze bedrijven hebben tussen de 2,5 ton en meer dan een miljoen euro aan kosten gemaakt', vertelt de COV-voorzitter. De uitkomsten van de bedrijfsonderzoeken zullen bepalend zijn voor de hoogte van eventuele aanvullende importheffingen door de Chinese overheid.
Juridische bijstand nodig
Daarom is het voor de hele Europese varkenssector van belang dat de bedrijven de beste juridische bijstand inhuren, geeft Hoedemaker aan. 'Vanzelfsprekend hebben we de Europese Commissie gevraagd deze bedrijven daarin te ondersteunen.'
De COV-voorzitter laat weten zich geen zorgen te maken over het onderzoek. 'Wij zijn ervan overtuigd dat er geen enkele sprake is van dumping van varkensproducten op de Chinese markt. Die markt is juist waardevol voor ons, omdat de Chinese consument gek is op delen van het varken die wij in Europa niet graag eten.'
De belangenorganisatie gaat bovendien gebruikmaken van het recht om uit te leggen dat er geen sprake is van dumping. Hoedemaker benadrukt dat COV het onderzoek met vertrouwen tegemoetziet.