'De bouw is los'

Na de periode van vergunningsaanvragen, financieringsaanvragen et cetera en de spanningen die daarbij komen kijken, is het fijn dat we nu echt aan de gang kunnen. Als het goed is, hebben we zelf aan de nieuwbouw weinig werk. Omdat wij allemaal ook buiten het bedrijf werken, is het niet reëel om de bouw in eigen beheer te doen. Bij de renovatie van de oude stallen zullen we wel meer zelf de handen uit de mouwen steken, maar dat is een zorg voor later.

Sinds de kranen er staan en het voor iedereen zichtbaar is dat we gaan bouwen, krijg ik van veel mensen buiten de sector vragen. Een gedeelte daarvan gaat over wetgeving en de mogelijkheden die er nu (weinig) zijn. Dit vind ik leuke discussies en hier ga ik ook graag op in. Een klein gedeelte stelt een voor mij irritantere vraag. Dit zijn vragen met de ondertoon: 'Er zit toch geen toekomst in die sector.'

Wat een onzin. Ik ben ervan overtuigd dat er voor ieder die zijn hart nu vindt op een boerenbedrijf, een mooie toekomst in het verschiet ligt. Dit mits je je visie durft uit te spreken. Bij deze het verhaal wat ik de afgelopen periode ratelde tegen eenieder die ernaar vroeg.

De reden dat wij er nu voor kiezen om onze stallen te updaten en uit te breiden, valt onder te verdelen in drie pijlers: arbeid en inkomen, markt en innovatie.

Arbeid en inkomen: we zijn met drie man thuis die op den duur allemaal een inkomen moeten kunnen halen uit het bedrijf. Daar zijn we nu simpelweg veel te klein voor. Daarnaast ontstaat door uit te breiden een vleesvarkensunit die is bij te houden door één voltijdse arbeidskracht. Zowel mijn broertje als ik wil in de toekomst verder met een zeugentak. Om de arbeidsbezetting, maar ook biosecuritymaatregelen in de toekomst goed te kunnen borgen, is het handig dat de vleesvarkenstak een opzichzelfstaande unit is.

Markt: in de Nederlandse markt komt er steeds meer vraag naar duurzame producten. Varkensvlees is daarop geen uitzondering. Tegelijkertijd zien wij dat veel medeboeren hun op de Nederlandse markt gerichte productie moeten staken. Dat is lastig voor vleesverwerkers die net langjarige contracten zijn aangegaan met supermarktketens over het leveren van aantoonbaar duurzamer varkensvlees. Door op een moment waar een tekort dreigt te ontstaan ons duidelijk uit te spreken en zelfs te investeren in extra productiecapaciteit voor duurzamer geproduceerd varkensvlees denken wij onze relaties met afnemers en leveranciers te versterken.

Innovatie: bij de uitbreiding wordt geïnvesteerd in een moderne voerkeuken. Om een weerwoord te geven op schaalvergroting van conculega's in binnen- en buitenland en de daarbij komende verbeterde onderhandelingspositie, moeten we iets verzinnen. Dit doen we in de vorm van flexibiliteit. In onze nieuwe voerkeuken kunnen wij zelf een gedeelte van de grondstoffen verwerken. Hierdoor denken we de kostprijs te kunnen drukken, maar in de toekomst mogelijk ook onze CO2-footprint te verminderen.

Deze drie pijlers zijn natuurlijk bedrijfsspecifiek. Dit is hoe wij het zien en graag willen gaan doen. Hoe een ander dit ziet, vind ik leuk om over mee te praten. Wat aan het eind van de dag vooral belangrijk is, denk ik, is dat je durft uit te spreken waar je voor staat. Als de nieuwe regering dan ook nog even orde op zaken weet te stellen, dan weet ik zeker dat we de komende jaren weer veel mooie bouwprojecten te zien krijgen.

Sjoerd Gerrits
Specialist varkens bij De Heus Voeders