NVWA: in 2024 geen overtredingen hitteprotocol veetransporten
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft deze zomer 155 inspecties op dierenwelzijn gedaan tijdens veetransporten. Dat meldt de autoriteit in een rapport. Controleurs van de NVWA hebben bij geen van deze inspecties hittestress bij de dieren waargenomen.
Vee&Logistiek Nederland is blij met de uitkomst. 'Dat toont aan dat de extra maatregelen tijdens warme dagen effectief zijn', zegt voorzitter Helma Lodders van de brancheorganisatie. Voor dierentransporten treedt een hitteprotocol in werking bij temperaturen vanaf 27 graden Celsius. Het protocol is specifiek gericht op hittestress voorkomen bij dieren tijdens transport.
Zo worden transporten gepland in de koelere uren van de dag, zoals 's nachts of 's ochtends vroeg. Ook worden er minder dieren geladen. Tijdens stilstand worden vrachtwagens zoveel mogelijk in de schaduw geparkeerd en krijgen de dieren extra water. Indien nodig kan zelfs de politie worden ingeschakeld om veetransporten langs files te begeleiden.
Een belangrijke ontwikkeling is de introductie van vrachtwagens met airconditioning voor dieren. De NVWA vindt dat een goede zaak. Een belangrijke wens van Vee&Logistiek Nederland is dat de NVWA haar keuringstaken bij extreme hitte eerder op de dag begint. Concrete afspraken hierover zijn nog niet gemaakt.
Rondetafelgesprek
Eind september vond er ook een rondetafelgesprek plaats tussen Tweede Kamerleden van de commissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en brancheorganisaties. Daaraan namen onder meer Vee&Logistiek Nederland, de Dierenbescherming en Eyes on Animals deel. Een speerpunt van deze organisaties is hittestress voorkomen.
Ondanks de verbeteringen die afgelopen jaren plaatsvonden in het transport van dieren, vinden de Dierenbescherming en Eyes on Animals de wachttijden bij slachterijen nog te lang. Ook vinden zij dat het klimaat – de temperatuur en luchtvochtigheid – in veewagens beter moet worden gemonitord en dat de beladingsgraad op warme dagen omlaag moet. Tot slot pleiten zij voor het verlagen van de maximumtemperatuur voor transport van 35 naar 30 graden Celsius.