Wat is de mondiale waarde van 100 kilo varkenskarkas?

Dat blijkt uit een rondgang langs een scala aan varkensnoteringen op zes continenten precies op de helft van 2024. In Azië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Europa en Oceanië worden commercieel varkens gehouden en zijn noteringen te vinden. Het zevende continent, Antarctica, vormt een uitzondering; door de barre omstandigheden (-10 tot -60 graden Celsius) en het beperkte aanbod van voedsel, drinkwater en schuilgelegenheden komt er zelfs geen enkel wild zwijn voor.

De basis voor een mondiale varkensprijsvergelijking is de vleesnotering van week 26 voor een standaard in Nederland geslacht vleesvarken dat geslacht 100 kilo weegt. Omdat sommige landen alleen noteringen van levende varkens vermelden, is gerekend met 125 kilo levend gewicht.

Zo’n standaard varken maakt vergelijken overzichtelijker, ondanks dat het bekend is dat de slachtgewichten van vleesvarkens per land of markt flink kunnen afwijken. Bovendien is in dit artikel geen rekening gehouden met mogelijke toeslagen op basisnoteringen of nabetalingen die op een vleesvarken worden gedaan.

70 euro verschil binnen Europa

In Europa noteren slachterijen voor een karkasgewicht van 100 kilo tussen de 159 euro (Denemarken), 206 euro (Nederland) en 229 euro (Spanje). Dit is een verschil van maar liefst 70 euro per 100 kilo varkensvlees. Ofwel een verschil van ruim 40 procent.

Toch staan deze verschillen medio 2024 in schril contrast met de noteringen op Aziatische varkensmarkten. Er zit bijna een factor vier tussen het minst betalende land (Rusland met 127 euro) en de betaler van de hoofdprijs in Azië (Japan met 505 euro). China noteert 296 euro, Vietnam 305 euro en Zuid-Korea 411 euro voor een varken van 100 kilo warm geslacht gewicht.

De noteringen in Noord-Amerika zijn veel lager. Eind juni bewogen de twee belangrijkste noteringen in Canada (Quebec en Ontario) zich tussen de 201 en 220 euro. De notering in de belangrijkste varkensgebieden van de Verenigde Staten (Iowa en Minnesota) lag op dat moment op 184 euro. Mexico zat daar fors boven met een gemiddelde notering van 310 euro.

De sprong naar Zuid-Amerika betekent ook meer lage varkensnoteringen. In de zuidelijke productieregio Brazilië brengt een varken van 125 kilo levend gewicht iets minder op dan 150 euro. Voor een identiek varken in Argentinië telt een slachterij rond de 140 euro neer en in Colombia zo’n 260 euro.

Een continent waar de notering voor varkens ook laag is, is Afrika. Boven de Sahara worden nauwelijks varkens op commerciële wijze gehouden uit religieuze overwegingen. Ten zuiden van dat woestijngebied is dat wel het geval. Daar is de Zuid-Afrikaanse notering Sappo te vinden. Een varken van 100 kilo geslacht gewicht brengt daar 155 euro op.

50 euro verschil binnen Australië

Ten slotte zijn er verschillende noteringen in Oceanië gevonden. In Australië levert een varken medio 2024 gemiddeld bijna 250 euro op. Tussen de regio met de laagste en hoogste notering zit een verschil van 50 euro per varken. Op de Filipijnen daarentegen brengt een varken 388 euro op.

Conclusie: tussen het goedkoopste en duurste vleesvarken zit maar liefst een factor vier.