Voeding varkens boogt op kennis en labdata
De lat in de vleesvarkenshouderij wordt naar een steeds hoger niveau getild. Uitdagend is het om vleesvarkens economisch en met optimaal werkgemak slachtrijp te maken. ‘Essentieel om stappen vooruit te zetten of knelpunten in de praktijk op te lossen, zijn wereldwijd beschikbare kennis benutten, zelf data verzamelen en voerproeven doen’, zeggen Rinus Veldhorst en Robin van den Berk.
Rinus Veldhorst is productmanager vleesvarkens en Robin van den Berk is nutritionist brijvoer bij diervoederproducent De Heus. Hun connectie met het laboratorium van De Heus in het Brabantse Veghel is de spil in de constante zoektocht naar het verlagen van de voerconversie en het zorgeloos houden van vleesvarkens in de praktijk. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld lichten ze dat toe.
Stramme varkens in de eerste drie weken na opleg zijn volgens Veldhorst een aandachtspunt in de Nederlandse praktijk. 'Ze willen de groei oppakken, maar moeilijker bewegen gaat ten koste van de voeropname. In het ernstigste geval kan dat uitmonden in uitval met als oorzaak beenwerkproblemen. Daar kunnen we met voeding op inspelen door de verhouding tussen calcium en fosfor onder de loep te nemen.'
Volgens de productmanager kun je het effect in de stal zien als je hieraan sleutelt. 'Je kunt met gerichte voeraanpassingen het verschil maken als een vleesvarkenshouder er bij de opleg van zijn dieren al mee begint.'
Mondiale literatuur
Toch ligt daar veel meer aan ten grondslag dan uit zijn woorden blijkt. Vanuit de afdeling Global bij De Heus wordt mondiale literatuur doorgespit van voedingsonderzoeken naar verschillende fosforbronnen en het beter beschikbaar maken door de inzet van fytase. Experts linken dat aan de vleesvarkensvoeding onder Nederlandse omstandigheden, waarna wetenschappelijke voerproeven met onderscheidende calcium-fosforverhouding worden gedaan.
'Deze proeven en waarnemingen worden uitgevoerd bij onze locatie voor varkensvoedingsonderzoek: De Elsenpas in het Gelderse Beuningen', licht Veldhorst toe. 'Het laboratorium is leverancier van data van de nutritionele samenstelling van grondstoffen, vitaminen, mineralen en aminozuren. Maar ook de bepalingen van de calcium-fosforverhouding kunnen er nauwkeurig worden uitgevoerd.'
Op basis van denieuwste kennis stellen nutritionisten commercieel in te zetten varkensvoeders samen. 'Maar niet zonder ze marktrijp te hebben gemaakt door onderzoek bij geschikte vleesvarkensbedrijven in de praktijk te doen. Daar gebeurt het finetunen omdat moet worden voldaan aan het kostenaspect en zorgeloos kunnen houden van vleesvarkens', zegt Veldhorst.
Hij geeft aan dat we in Nederland (naast scherp zijn op de voerconversie) moeten sturen op de fosforgehalten om de mestkosten te beperken. Veldhorst: 'Het laboratorium is dus niet alleen een essentieel onderdeel in het productieproces van varkensvoeders en de controle daarop, maar ook om voerinnovaties aan te jagen.'
Stramheid
Bij vleesvarkensbedrijven die brij verstrekken, speelt de problematiek van stramme varkens eveneens. Bijproducten zorgen voor een andere dynamiek. 'De calcium-fosforhuishouding in het dier kan verstoord zijn door foutief verzuren van producten. Een te lage pH-waarde kan hier een signaal voor zijn. De zuurgraad heeft onder meer effect op het beschikbaar komen van calcium en fosfor', zegt Van den Berk.
'Daarom hoort analyses uitvoeren bij een goede begeleiding van varkenshouders die werken met vochtrijke grondstoffen', vervolgt de nutritionist brijvoer.
Analyses van losse grondstoffen worden er veelvuldig uitgevoerd. 'Zo houden we een vinger aan de pols bij de matrixen van de bijproducten die op het boerenerf worden gelost', verheldert Van den Berk. 'Dat samenspel tussen de praktijk, de buitendienst en het laboratorium is waardevol om economisch rantsoenen samen te kunnen stellen met een zo groot mogelijke voorspelbaarheid van de technische resultaten op de brijvoerbedrijven.'
Dierlijk eiwit
Ook moet de varkenshouderij werken aan duurzaamheid en de CO2-voetafdruk van varkensvlees verlagen. Nieuwe bijproducten efficiënt omzetten in dierlijk eiwit is de kracht van het alles etende kringloopdier.
'Cruciaal is dan een goede voederwaardering om bijvoorbeeld de aminozuurvoorziening optimaal af te stemmen op de behoefte van de groeiende varkens. Ook dat vergt onderzoek met de ondersteuning van data uit het laboratorium', zegt Veldhorst. 'Voldoende aminozuren en een optimale verhouding van de essentiële aminozuren in het voer leveren het meeste rendement op.'
Vleesvarkenshouders profiteren volgens Veldhorst en Van den Berk op veel meer vlakken van een goede connectie tussen de buitendienst, de nutritionist en de mensen in het laboratorium. 'Het snel beschikbaar hebben van testresultaten van voer- of grondstofmonsters uit ons laboratorium maakt dat we samen met de varkenshouder korter op de bal kunnen spelen.'