In de loop der jaren zijn de rekenregels om vleesvarkens van geslacht naar levend gewicht om te rekenen behoorlijk veranderd. Op zich is het omrekenen voor de financiele cijfers niet belangrijk. Echter voor de berekening van groei en voerconversie is die omrekening een essentieel kengetal.In de zeventigerjaren kwamen de contracten voor vleesvarkens in opkomst. Veelal was de vergoeding gebaseerd op voerconversie. Om die uit te kunnen rekenen moest het levende gewicht worden berekend. Standaard stond 1,30 als omrekenfactor in het contract. Of dit overeen kwam met de werkelijkheid was niet belangrijk. Het ging er meer om dat er een standaard was waar iedereen mee werkte.
Met de komst van het afrekenen op basis van levende gewichten maar ook als gevolg van zwaardere varkens kwam de behoefte om de omrekening van geslacht naar levendgewicht beter op de werkelijkheid af te stemmen. De factor 1,30 werd gecorrigeerd voor de hoogte van het geslachte gewicht. De basis werd 83 kilo met een correctie van 0,01 per 4 kilo geslacht gewicht. Zo kwam je tot 2012 uit op 1,28 bij 91 kilo geslacht gewicht.
Vanaf 2013 hebben we nieuwe uniforme rekenregels gekregen. Deze worden in alle landelijke rekenprogramma’s toegepast. Er is onderscheid gemaakt tussen borgen en gelten enerzijds en beren anderzijds. De formule voor borgen en gelten is: levend gewicht = (geslacht gewicht x 1,20) + 5 kilo. Bij alleen beren moet de factor 1,20 worden vervangen door 1,22. Voor bedrijven met beren en gelten wordt de gemiddelde factor 1,21 gehanteerd.
Doordat we in de loop der jaren de factor voor het omrekenen voortdurend (naar beneden) hebben bijgesteld, is het moeilijk om de cijfers van groei en voerconversie in de tijd te vergelijken. Sterker nog: Op papier kunnen we op deze punten amper vooruitgang laten zien omdat we gestopt zijn met ons “rijk” te rekenen. Als we echter de voorliggende jaren herberekenen met de omrekenfactoren van nu zien we wel degelijk vooruitgang!
Tabel 1: Werkelijke en gestandaardiseerde cijfers groei en voerconversie in de tijd.
Op basis van gelijke rekenregels zijn we in 7 jaar tijd 38 gram gestegen in de groei per dag. Dat is gebeurd met een betere voerconversie van maar liefst 0,25 punt bij 3 kilo hoger geslacht gewicht.
Natuurlijk zijn er veel zaken veranderd in de laatste 7 jaar. Zo is het percentage beren gestegen maar het antibioticagebruik juist gedaald. Ik weet niet hoe je dit precies allemaal moet inwegen. Waar ik wel voor pleit is dat we met elkaar niet meer roepen dat we geen vooruitgang hebben geboekt! De cijfers bewijzen het tegendeel.Kasper Bekker, Adviseur keten vleesvarken-slacht Topigs Norsvin