Tweede ronde lange staarten slechter

De tweede ronde in het Duitse project met lange staarten laat slechtere resultaten zien dan de eerste. Slechts 40 procent van de varkens had staarten zonder wondjes, meldt de ISN, de Duitse vereniging van varkenshouders.

Het project met lange staarten loopt in de Duitse deelstaat Noord-Rijn Westfalen. Bij de eerste ronde  werd op 15 bedrijven gedurende één ronde met lange staarten gewerkt. Toen lukte het om na de biggenopfok 73,1 procent van de staarten zonder verwondingen te houden. Bij de vleesvarkens wat het 53,6 procent.

In de tweede ronde was de score slechter. Na de biggenopfok had maar 51,4 procent van de biggen een staart zonder verwondingen, bij de vleesvarkens was het maar 38,8 procent. Dit ondanks een intensieve begeleiding van de bedrijven. Dat betekent dat de meeste bedrijven niet in aanmerking komen voor de premie op lange staarte; dan moet 70 procent van de staarten in tact zijn. De doelstelling binnen het project ligt met 95 procent intacte staarten nog hoger. Er waren maar zes van de 24 rondes, waarbij deze doelstelling werd bereikt.  Op één bedrijf lukte dit twee keer.

Uit het project blijkt dat er veel oorzaken zijn van staartbijten, vaak werden die pas achteraf vastgesteld. Oorzaken zijn bijvoorbeeld storingen in de voedering, mycotoxinen, mestmixen en het reinigen van de naastliggende afdeling.

Meestal begint staartbijten in de tweede, derde week van de biggenopfok. Het project toont aan dat het wel haalbaar is om de start van het staartbijten uit te stellen met hulp van afleidingsmateriaal en bijvoorbeeld open drinkwater en intensieve verzorging. Positief is ook dat een uitbraak van staartbijten vaak wel weer met allerhande maatregelen de kop is in te drukken.

Op basis van de resultaten van het project concludeert Johannes Remmel, landbouwminister van de deelstaat, dat er geen blauwdruk komt waarmee staartbijten is te voorkomen.  Vanwege de verschillen tussen de bedrijven zal een individuele aanpak nodig blijven.

Inmiddels is de derde fase gestart waaraan 50 bedrijven moeten gaan deelnemen en retailer REWE als partner gaat meedraaien. Dat is volgens Remmel belangrijk. “Een goede vermarkting is de sleutel tot meer dierenwelzijn. Uiteindelijk moet het doel wel zijn dat er een houderijsysteem komt dat staartcouperen overbodig maakt.”

Volgens de ISN blijkt duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is. “Voorzichtigheid bij de overstap naar niet couperen is geboden. Het gaat nog steeds om kleine aantallen dieren. Er zitten nog veel hobbels op de weg naar niet meer couperen.”