Bij varkens van meer dan 150 kilo lijkt het erop dat de linkerharthelft minder goed zijn werk kan doen. Dat concludeert dierenarts Gerard van Essen uit zijn promotieonderzoek. In de dagelijkse praktijk kennen we geen hartproblemen bij zware varkens, reageert Hans Olijslagers, technisch directeur van Topigs Norsvin.
Van Essen heeft met meerdere geavanceerde technieken allerhande metingen verricht aan het hart van de varkens. Daarbij heeft hij verschillende gewichten varkens en verschillende kruisingen onderzocht. Bij lichte varkens heeft hij geen problemen met het hart gevonden. Ook onder inspanning deed het hart zijn werk.
Boven de 150 kilo blijken er veranderingen op te treden. Het hart groeit wel mee qua omvang. Alleen lijkt de linkerharthelft wat achter te blijven en minder elastisch te worden. Hierdoor kan het hart het bloed minder goed door het lichaam rondpompen en neemt de bloeddruk toe. Deze veranderingen lijken veel op de veranderingen in het hart van mensen met obesitas. Varkens zijn daarom waarschijnlijk ook een goed studiemodel voor de mens, meent Van Essen.
In de praktijk is niet merkbaar dat zeugen hartproblemen zouden hebben. “Bij de selectie van dieren voor de fokkerij, selecteren we indirect ook op dieren met een goed werkend hart”, stelt Olijslagers. “Varkens zijn een soort topsporters. Zonder een goed hart zouden ze de huidige prestaties niet kunnen leveren. Er zijn dan ook geen problemen met zeugen die rond het werpen uitvallen omdat het hart dan zwaarder wordt belast. Dat komt ook omdat we tijdens de opfok van zeugen en tijdens de dracht zorgen dat de zeugen niet vervetten. We willen geen obese zeugen.”
Mocht er aanleiding toe zijn, dan is het wel mogelijk om naar de ontwikkeling van het hart te kijken. Olijslagers: “Momenteel loopt er een project om de gegevens van de 20.000 CT-scans van het Noors Landras en de Duroc-beren nader te bestuderen. Daarbij kijken we ook naar het hart. Mocht blijken dat daar verschillen in ontwikkeling zitten, dan kunnen we dat als kenmerk mee gaan nemen. Zeker als er een relatie is tussen de ontwikkeling van het hart en de prestaties van de dieren.”
Een ander punt is dat de afgenomen pompwerking van het hart bij zware varkens volgens Van Essen problemen kan geven bij het slachten. In combinatie met het vasten voor de slacht zou er darmschade op kunnen treden. Daardoor zouden bacteriën in de bloedbaan kunnen komen en daarmee het vlees kunnen besmetten. Het is de vraag hoe groot dit risico is. Vleesvarkens worden vrijwel altijd geslacht ruim voordat ze 150 kilo wegen en de pompfunctie afneemt. Terwijl er bij het slachten juist aandacht is voor het vasten om bezoedeling van het karkas met mest te voorkomen. Het advies is daarbij om niet langer dan 12 uur te vasten en geen 24 uur, zoals Van Essen veronderstelt.