Ondanks het nooit in praktijk brengen van het veevoerconvenant voor de varkenshouderij is er toch vooruitgang geboekt. Via het voerspoor is in 2011 afgesproken de fosfaatuitstoot via voeding terug te dringen. In 2012 daalde de fosfaatproductie met ruim 10 procent tot onder het sectorplafond van 39,5 miljoen kilo fosfaat. De jaren erna is het vrijwel stabiel gebleven.
De aanjagers om toch de fosfaatexcretie te verlagen zijn de mestkosten en de marktvraag naar berenvlees. De hoge kosten van mestafzet maken dat het voor een varkenshouder financieel aantrekkelijk om de fosfaatproductie zoveel mogelijk te beperken. Het houden van beren betekent automatisch een lagere fosfaatexcretie. Beren gaan efficiënter met voer omgaan dan gecastreerde dieren (borgen). Dat meldt CLM in het rapport ‘Het veevoerconvenant: kansen knelpunten en sturend vermogen’.
Door het opheffen van de productschappen is de systematiek van een minimale fosfaatefficiëntie per zeug (37 procent) en vleesvarken (41 procent) niet uitgerold in de brede praktijk. Het principe van fosfaatefficiëntie wordt momenteel wel toegepast binnen enkele marktconcepten zoals die van het Beter Leven-keurmerk. Daarnaast is bij elke varkenshouder de prikkel continu aanwezig om technische resultaten van de varkens te verbeteren. Met minder voer meer vlees produceren betekent ook een betere benutting van mineralen waaronder fosfaat.
Of varkenshouders een prikkel voelen om het fosfaatgehalte in het voer te beperken, is sterk afhankelijk van de specifieke bedrijfssituatie en de regelgeving. Heeft een varkenshouder relatief veel eigen grond of kan hij op landbouwgrond rondom zijn bedrijf mest aanwenden, dan is er ook een extra prikkel om te werken aan lage fosfaatgehalten in de drijfmest. Het verplicht verwerken van overschotmest is niet direct een stimulans om te sturen op lage fosfaatgehalten.
CLM geeft aan dat alle partijen die zijn gesproken in het rapport het als hun taak zien om de aanvoer van fosfaat via het voer zoveel mogelijk te beperken. Ook zien ze een opdracht in het ondersteunen van veebedrijven om de voederefficiëntie te optimaliseren. In 2017 zou de fosfaatproductie van varkens en rundvee nog circa 2 miljoen kilo lager kunnen worden. Een aandachtspunt bij lagere fosfaatgehalten worden de diergezondheid.
Lees het rapport van CLM.