Flinke daling varkensbedrijven

Het aantal varkensbedrijven is vorig jaar flink gedaald met in totaal 420 bedrijven. Dat is een daling met 8,5 procent. De totale varkensstapel daalde met maar 1 procent naar 12.478.594 dieren, blijkt uit de CBS cijfers.

De daling van vorig jaar is groot, ten opzichte van 2015. Toen stopten er maar 180 bedrijven. Kijk je naar de jaren daarvoor dan vlakt de daling van het aantal varkensbedrijven juist af. Van de jaren 2005 tot 2010 stopten gemiddeld zo’n 530 bedrijven per jaar. Van 2010 tot 2014 waren dat gemiddeld 480 bedrijven per jaar. Gemiddeld over 2015 en 2016 stopten 300 bedrijven per jaar.

De daling van het aantal varkensbedrijven komt al jarenlang vooral voor rekening van de vleesvarkensbedrijven. In 2000 waren er in totaal nog bijna 13.000 bedrijven met vleesvarkens, in 2016 zijn dat nog 3.719 bedrijven. De daling is te zien op alle fronten, wel gaat de daling bijna twee keer zo snel op de gecombineerde bedrijven dan op de gespecialiseerde vleesvarkensbedrijven.

Opvallend is dat er vorig jaar voor het eerst meer bedrijven zijn met biggen, dan zeugenbedrijven: Er zijn 1971 bedrijven met biggen tegenover 1911 zeugenbedrijven. De ontwikkeling dat er biggen op vleesvarkensbedrijven bij komen is hiermee voor het eerst duidelijk zichtbaar.

De aantallen varkens dalen bij vrijwel alle diergroepen. Het aantal zeugen daalde van 970.029 naar 930.976 dieren. Het aantal biggen daalde nauwelijks, er waren maar 2.500 biggen minder. Bij de telling waren er in totaal 5.595.261 biggen aanwezig.

Er waren vorig jaar in totaal 77.406 vleesvarkens minder in Nederland, wat het totaal brengt op 5.726.290 dieren. Die daling zit bij alle gewichten. Alleen het aantal vleesvarkens van 110 kilo of meer groeide met zo’n 14.000 dieren.