Meten is weten is een van mijn stokpaardjes. Ook ik ben groot voorstander van data en big data. Waarom? Omdat het mogelijk maakt inzicht te krijgen in processen die kunnen leiden tot verbetering. Dit is toe te passen in alle geledingen van de sector. Denk om in eigen Topigs Norsvin-huis te blijven, maar aan alle fokkerij data die we verzamelen. Ondertussen gaat dat om vele miljoenen gegevens per jaar.
Maar ook zeugenhouders meten steeds meer en verzamelen, vaak samen met de veevoerleverancier, gegevens om beter te voeren. ook in de vleesvarkenshouderij zie je meer en meer metingen plaatsvinden.
Meten kost tijd. En wat ik ook steeds vaker zie, is dat lijsten met metingen hun weg niet vinden naar een managementsysteem. Dan is meten zonde van de tijd. Data verzamelen is goed, maar ze dienen wel te koppelen zijn aan het individuele dier. Ook moeten ze analyseerbaar zijn! Data moeten de juiste kwaliteit hebben en er moet een goede referentie zijn. Als je data niet goed kunt vergelijken heb je er weinig aan!
Voorbeelden: op een bedrijf zijn biggen gewogen op 30 uur na de geboorte of nog later. Of dat alleen de levend geboren biggen worden gewogen en dat de weegschaal meet met een afwijking van 50 gram. Dan zijn de data niet gemakkelijk meer te vergelijken met de weeggegevens van bijvoorbeeld Topigs Norsvin. Het kan zijn dat alle meetinspanningen voor niks zijn geweest. Weet dus hoe u moet meten, welke randvoorwaarden eraan gesteld worden en waarmee de data nadien vergeleken worden vóórdat u begint met het meten.
Mijn advies is dan ook; bezint eer ge begint. Raadpleeg uw adviseur voordat u iets gaat meten. Stel samen een plan op en werk dit samen uit. Maak meten driedimensionaal: 1) om zelf betrouwbare data te krijgen, 2) om deze te kunnen delen voor een kundige analyse en 3) om op basis hiervan een strategie uit te zetten om verbeteringen te realiseren. Vooruitgang gebaseerd op feiten!
Chris Opschoor
Adviseur keten/voeding Topigs Norsvin