Criteria Beter Leven aangescherpt

Varkenshouders krijgen met ingang van 1 januari 2018 te maken met nieuwe criteria voor bijvoorbeeld het afleidingsmateriaal in het Beter Leven Keurmerk. Op andere punten zijn de criteria met name duidelijker en aangescherpt, bijvoorbeeld op het punt van de verbetertermijnen.

Het onderdeel afleidingsmateriaal is voor het welzijn van de varkens van groot belang. Vanuit de Europese Unie liggen er al enige tijd aanbevelingen over de interpretatie van de regels over het afleidingsmateriaal. “De EU wil dat het afleidingsmateriaal aan alle criteria tegelijk voldoet: eetbaar, kauwbaar, onderzoekbaar en manipuleerbaar”, meldt Bert van den Berg, programmamanager bij de Dierenbescherming. “Daarbij moet het permanent beschikbaar zijn. De NVWA moet nog aangeven hoe ze omgaan met de controle. Het dagelijks verstrekken van bijvoorbeeld luzerne als afleidingsmateriaal vinden we op zich bijvoorbeeld een goede methode. Alleen is dat dan niet permanent aanwezig. Dus afhankelijk van de invulling van de NVWA zal er nog een methode naast moeten zijn. Dat zou dan kunnen met een touw, al is dat dan weer niet eetbaar. De strokokers die veel varkenshouders hebben, voldoen zowel aan eetbaar als permanent aanwezig.”

Op het onderdeel euthanasie van varkens komt er mogelijk nog een methode bij. Volgens Van den Berg biedt de Anoxia-methode samen met de beslishulp, zeker perspectief voor het euthanaseren van niet levensvatbare biggen. De methode wordt nu nader onderzocht en de verwachting is dat die binnen afzienbare termijn officieel wordt toegestaan.

Op veel onderdelen zijn de Beter Leven criteria duidelijker en aangescherpt. Bij het onderdeel antibioticagebruik geldt nu dat het binnen twee jaar onder de streefwaarde van de SDa moet komen. Lukt dat niet met hulp van het verbeterplan opgesteld door de eigen bedrijfsdierenarts, dan moet een onafhankelijke deskundige worden ingeschakeld.

Bij het slijpen van de tanden van de biggen geldt ook een duidelijkere verbetertermijn. Die maatregel mag alleen worden toegepast als het niet anders kan en binnen een jaar moet het mogelijk zijn om er weer vanaf te stappen. “Het kan op meer dan de helft van de bedrijven, dus het moet mogelijk zijn om van deze maatregel af te stappen”, zegt Van den Berg. “We zullen in de toekomst meer gebruik gaan maken van de gegevens die beschikbaar komen en daarmee gaan benchmarken om verdere verbeterstappen te zetten. Door gebruik te maken van ervaringen van bedrijven waar het wel lukt om bijvoorbeeld een laag antibioticagebruik te bereiken, kunnen we bedrijven die er moeite mee hebben vooruit helpen.”

Ook op het punt van berengeur is bijvoorbeeld zeker nog meer vooruitgang mogelijk. Van den Berg: “Daarom hebben we nu ook opgenomen dat een slachterij de uitslagen van het berengeur onderzoek verplicht moet terugkoppelen. Bedrijven die dan (te) hoog scoren kunnen dan samen met hun adviseurs kijken wat ze in voeding, huisvesting, klimaat en dergelijke kunnen verbeteren om het aandeel berengeur te verlagen. Dat is zeker ook voor het resultaat van de varkenshouder van belang want de korting bij berengeur is aanzienlijk. En op basis van de ervaringen bij slachterijen die deze gegevens al terugkoppelen, is duidelijk dat minder berengeur zeker mogelijk is."