Bigvitaliteit stabiliseert

De vitaliteit van de biggen is er in 2016 niet meer op achteruitgegaan en de verwachting is dat die gaat verbeteren. Dat meldt de Stuurgroep Bigvitaliteit. Over heel 2016 is de uitval 13,6 procent, vrijwel gelijk aan 13,5 procent uitval in 2015. Terwijl het aantal levend geboren biggen wel is gestegen.

Het plan van aanpak ‘Verlaging biggenuitval’ zal in 2017 en de jaren daarna leiden tot een verbetering van de bigvitaliteit. Dat zegt Jos Peerlings, woordvoerder van de Stuurgroep. "De verbetering van de bigvitaliteit kost tijd, omdat het afhankelijk is van heel veel factoren. We hebben het dan ook bij iedereen goed op de agenda gezet: bij de varkenshouders, de adviseurs en de dierenartsen. Bij de fokkerij-organisaties stond het al op de agenda. Een gezamenlijke aanpak is nodig om de bigvitaliteit te verbeteren.”

Eind dit jaar zal de Stuurgroep een rapport uitbrengen aan de Minister van Landbouw over de stand van zaken en de activiteiten, maatregelen en projecten om de bigvitaliteit verder te verbeteren.

Een van die projecten was de uitgebreide enquête die in 2017  is uitgevoerd onder 100 zeugenhouders. De eerste resultaten hiervan zijn al besproken met varkenshouders, adviseurs en dierenartsen. Uit de enquête komen kritische succesfactoren naar voren die de bigvitaliteit kunnen verbeteren. Op basis hiervan wordt een checklist gemaakt waarmee de zeugenhouder op zijn bedrijf aan de slag kan. Die checklist is januari 2018 klaar.

De Stuurgroep Bigvitaliteit vertegenwoordigt de hele varkenssector. Dit zijn: Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), Vereniging Biologische Varkenshouders (VBV), varkensfokkerijorganisaties (Topigs Norsvin, PIC, DanAvl), dierenartsen (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde), de diervoederindustrie (Nevedi), de veehandel (Vee en Logistiek Nederland, V&LN), vleesverwerkende bedrijven (Centrale Organisatie Vleessector) en de Dierenbescherming. Zij stellen zich verantwoordelijk voor de uitvoering van het Plan van Aanpak ‘Verlaging biggenuitval’.