Zonder voer, geen boer. “Beide werelden zijn ontzettend dynamisch”, vindt Jacqueline Wijbenga, adjunct-uitgever van vakblad De Molenaar. “Zeker in Nederland zijn innovaties aan de orde van de dag. Ondernemend Nederland levert op een ‘postzegel’ enorme prestaties, die wereldwijd worden gewaardeerd.”
Elke drie weken valt De Molenaar op de deurmat van lezers die affiniteit hebben met of werkzaam zijn in de graanverwerkende en diervoederindustrie. Wijbenga steekt haar ziel en zaligheid in het coördineren, schrijven en publiceren van het broodnodige leesvoer voor de professionals in haar branche. “Soms wordt mij gevraagd hoe het komt dat er zoveel nieuws en innovatie is te melden voor die branche. De ontwikkelingen zijn net zo dynamisch als in de plantaardige en dierlijke sectoren.”
Vanuit het noorden, in de tegen de Wadden gelegen polder in het Friese Sint Annaparochie, kijkt zij uit op de rest van Nederland. In geen velden of wegen is een varkensbedrijf te vinden. “In de naastgelegen polder zijn drie pluimveebedrijven actief, maar het eerste varkensbedrijf ligt hemelsbreed 25 kilometer verderop”, zegt Wijbenga, na te hebben gegoogeld op haar pc. “In Gaasterland zitten meer bedrijven met varkens, evenals in het Friese veenweidegebied.” Wijbenga heeft toch aardig wat linken met de varkenshouderij. 'Zonder voer, geen boer', zou zomaar een uitdrukking van haar kunnen zijn. Daarnaast produceert haar man Alco op zijn akkerbouwbedrijf onder meer granen. “Die kunnen in varkensvoeders terechtkomen.”
Sectortrots
Wijbenga vertoeft in een breed (inter)nationaal netwerk. “Vanuit het buitenland kijken ze echt tegen de vooruitstrevende Nederlandse varkenshouders op. Hoe bestaat het dat zij op een postzegel en in zo’n drukbevolkt land zoveel voedsel produceren en werken aan het verbeteren van het milieu, de voetafdruk en ook het gebruik van antibiotica fors weten te verlagen? Daar mogen we best trots op zijn.”
Het maatschappelijke krachtenveld is volgens Wijbenga de reden dat varkenshouders het lastig vinden om die sectortrots uit te dragen. “Het imago van boeren is onder de bevolking best goed. Dierenvrienden en diverse actiegroepen zetten veehouders wel meer en meer onder druk. Alles wat veehoudend Nederland doet, bestempelen ze als slecht en dat weten ze handig uit te spelen naar de landelijke media. Toch zullen de veesectoren de handschoen zelf op moeten pakken bij het uitdragen van sector-pr.”
Toejuichen
Helaas ontbeert de agrarische sector volgens Wijbenga een overall pr-strategie en -structuur. “Er zijn geen sectorpotjes meer. Daarom juich ik het initiatief Team Agro NL toe. Dat kan een prima voedingsbodem voor sector-pr leggen.”
Daarnaast moet de varkenshouderij niet bang zijn voor transparantie. De consument wil kwaliteit voor weinig geld en mee kunnen kijken in het productieproces. “Om je te kunnen onderscheiden van een anoniem stukje varkensvlees moet je het een identiteit ofwel een gezicht geven. Op bulkmarkten moeten wij ons niet begeven: wel op markten voor vers vlees met toegevoegde waarde. Dat is de uitdaging van de varkenssector die in Nederland verankerd is en zal blijven.”
kijk ook op De Molenaar.