De CO2-voetafdruk (als maat voor de milieu-impact) van de totale vleesketen in Nederland kan nog kleiner. Vleesproducent Vion neemt hierbij het voortouw en zal in het kader van het programma ’Groene Groeiers’ samen met de ondernemers in de keten zoeken naar de beste opties.
Op een bijeenkomst met circa vijftig ondernemers werden de mogelijkheden verkend om de milieu-impact van de vleesketen verder te verkleinen. Vion wil hierbij samenwerken met andere ondernemers en de bedrijven die betrokken zijn in de vleesketen.
Op goede weg
De CO2-voetafdruk in de Nederlandse varkensvleesproductieketen scoort al goed. Dat komt onder andere door de benutting van reststromen van de voedingsmiddelenindustrie in de diervoeders. Frans Stortelder, COO van Vion, verwacht dat het nog beter kan. Hij riep daarom tijdens de bijeenkomst ondernemers uit alle bedrijfstakken op om een bijdrage te leveren: akkerbouwers, tuinders, brouwerijen, veevoederindustrie, kennisinstellingen, technologiebedrijven, zoals bedrijven in de fermentatietechnologie, opslag- en distributiebedrijven en de retailbedrijven op om een bijdrage te leveren en te helpen.
Regionale reststromen
Er is volgens Stortelder nog meer mogelijk op het gebied van de reststromen, met name reststromen die regionaal beschikbaar komen. “Onze focus (met dit project) is er op gericht om de keten zo kort mogelijk te houden. Reststromen en techniek gaan ons hierbij helpen. Meer gebruik van reststromen betekent minder CO2 uitstoot bij het transport en de verbranding van de reststroom. Terwijl hergebruik van de reststroom in de diervoeding juist waarde toevoegt. Hergebruik van regionale reststromen zorgt ook voor een betere controle op de kwaliteit van het voedsel.”