Welzijnsregels en publieke opinie nekslag Duitse zeugenhouders

Ruim de helft van alle Duitse zeugenbedrijven overweegt binnen tien jaar te stoppen. Dat blijkt uit de enquête onder de zeugenhouders door ISN, de Duitse belangenvereniging van varkenshouders. Belangrijkste reden is de optelsom van alle komende welzijnsregels én de publieke opinie. De economie is maar in ruim 20 procent van de gevallen een reden. De zeugenstapel kan hierdoor met 20 tot 25 procent slinken.

Er komen heel veel maatregelen bij voor Duitse zeugenhouders. Op heel korte termijn mogen biggen niet meer worden gecastreerd, of alleen na verdoving door de dierenarts. Daarnaast moeten zeugen in de dek- en wachtstal veel meer ruimte of in de groep. En vrijloop in de kraamstal komt er ook aan. Daarbovenop hebben varkenshouders last van de publieke opinie en krijgen ze ook heel moeilijk vergunningen voor nieuwbouw. Al die zaken bij elkaar zijn reden om te stoppen.

Kleine bedrijven stoppen snel

Hoe kleiner het zeugenbedrijf hoe meer bedrijven willen stoppen. Van de bedrijven met minder dan 150 zeugen wil bijna 85 procent stoppen. Daarvan wil zelfs 38 procent van de bedrijven binnen twee jaar stoppen en 20 procent binnen 5 jaar. Ook bij de bedrijven tot 250 zeugen en 350 zeugen zitten veel potentiële stoppers. Van de bedrijven tot 250 zeugen zal 56 procent stoppen. Van de bedrijven tot 350 zeugen wil de helft er mee ophouden.
Pas boven de 350 zeugen zijn er meer bedrijven die nog door willen gaan dan bedrijven die willen stoppen. Van de bedrijven van 350 tot 600 zeugen gaat bijna 65 procent door. Van de bedrijven met meer dan 600 zeugen gaat bijna 80 procent door.

Misschien nog meer stoppers

De ISN verwacht dat de cijfers vanuit de enquête zeker zijn door te trekken naar alle Duitse zeugenhouders. En misschien is het aantal stoppers nog wel hoger. Uit de enquête blijkt namelijk dat 60 procent van de zeugenhouders in de noordelijke deelstaat Schleswig Holstein wil stoppen. Terwijl daar de deelnemers aan de enquête gemiddeld 379 zeugen hebben, dat is flink boven het Duitse gemiddelde van 227 zeugen.

Weinig uitbreiding

Doorgaan met het zeugenbedrijf wil nog niet zeggen dat er ook wordt uitgebreid. Slechts 7 procent van de bedrijven heeft plannen het aantal zeugen uit te breiden. Twaalf procent van de bedrijven gaat wel investeren, maar dat betreft dan de noodzakelijke investeringen in de welzijnsregels: veel meer ruimte in de dek- en wachtstal en vrijloop in de kraamstal. Ten tweede willen bedrijven investeren in vleesvarkens en niet in zeugen. Waardoor er een verschuiving richting de vleesvarkens plaatsvindt.

Verdubbeling biggenimport

Op basis van de uitkomsten heeft ISN berekend wat de gevolgen kunnen zijn voor de totale Duitse zeugenstapel. Door de halvering van het aantal zeugenhouders en de geringe bereidheid tot uitbreiding van zeugenbedrijven, kan het totaal aantal zeugen wel eens met 20 tot 25 procent dalen. Daardoor zou de import van biggen moeten verdubbelen naar 20 miljoen biggen.

Aan de enquête hebben in totaal 749 zeugenbedrijven deelgenomen uit vijf deelstaten: Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, Schleswig-Holstein, de zuidelijke deelstaten (waaronder Beieren) en de oostelijke deelstaten. De bedrijfsgrootte varieerde van 20 tot vele duizenden zeugen.