De aanpak van Afrikaanse varkenspest in België is goed, vindt het Wetenschappelijk Comité, een onafhankelijk adviesorgaan voor het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Toch kan de Afrikaanse varkenspest zich nog wel verspreiden binnen de besmette zone. Daarom blijven strikte maatregelen nodig om verspreiding naar gehouden varkens te voorkomen.
De kans dat de Afrikaanse varkenspest zich binnen het kerngebied verspreidt, is volgens het Wetenschappelijk Comité zeer hoog, ondanks de controlemaatregelen. De kans dat AVP zich verspreidt naar varkensbedrijven vindt het Comité klein. Met name doordat alle gehouden varkens in het gebied zijn gedood. Wel blijven er risico’s voor varkensbedrijven in regio’s waar wilde zwijnen aanwezig zijn. Ook voor varkensbedrijven met een laag niveau van biosecurity zijn er besmettingskansen.
167 besmette zwijnen
Dat de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest onder de wilde zwijnen niet zomaar stopt, blijkt wel. Er worden nog steeds besmette kadavers gevonden. Tot op dit moment zijn er 167 met Afrikaanse varkenspest besmette kadavers van wilde zwijnen gevonden (stand 16 november). Dat het aantal besmette kadavers niet snel oploopt, komt vooral doordat ze niet gemakkelijk zijn op te sporen. Er zijn in totaal 377 zwijnen onderzocht, waarvan 329 uit het besmette gebied. Vrijwel alle besmette kadavers zijn gevonden binnen het kerngebied. Enkele kadavers zijn echter in de bufferzone gevonden, waardoor het kerngebied met ruim 2.200 hectare is uitgebreid.
Alle maatregelen zijn inmiddels verlengd tot 30 november. Binnen het kerngebied en ook in de bufferzone wordt actief gezocht naar kadavers en is jagen verboden. Rond het kerngebied zijn hekwerken geplaatst. Op een gegeven moment zullen alle wilde zwijnen in het kerngebied worden gedood door de jacht. Voorlopig blijft jagen verboden om te voorkomen dat besmette wilde zwijnen zich vanuit het gebied verspreiden. Bij het consequent uitvoeren van de maatregelen is het volgens het Wetenschappelijk Comité mogelijk om de epidemie binnen de besmette everzwijnenpopulatie weer uit te roeien.
Twee omheiningen
Neemt niet weg dat er op de varkensbedrijven volgens het Wetenschappelijk Comité duidelijke maatregelen nodig blijven. Varkensbedrijven met buitenuitloop moeten twee omheiningen rond het bedrijf hebben om contact met wilde zwijnen te voorkomen. Daarnaast is het nodig om op deze bedrijven frequent te onderzoeken of er een besmetting binnen komt. Varkensbedrijven met buitenuitloop in besmette gebieden moeten hun varkens binnen houden, vindt het Comité. Momenteel zijn er geen bedrijven met buitenuitloop in besmette gebieden, want die bedrijven staan nu leeg.
Externe biosecurity aanpakken
Ook varkensbedrijven waar de varkens binnen worden gehouden lopen risico’s. Met name de bedrijven met veel inkomende en uitgaande dierbewegingen waar de externe biosecurity niet goed voor elkaar is. Het Wetenschappelijk Comité raadt daarom aan een check uit te voeren, bijvoorbeeld de Biocheck.ugent.
Bedrijven waar meer risico’s zijn voor besmetting moeten volgens het Comité vaker worden gecontroleerd. Dat zijn dan niet alleen de bedrijven met veel transportbewegingen. Het geldt ook voor varkensbedrijven waar meer contact is met mensen: bedrijven met een educatieve functie, kinderboerderijen en ook bedrijven met hobbyvarkens.