Vleesconsumptie stabiel of dalend?

Blijft de vleesconsumptie in Nederland nu gelijk of daalt deze? Deze week verschenen twee rapporten die tegenstrijdige cijfers laten zien. Volgens de cijfers die Wakker Dier door Wageningen Economic Research heeft laten berekenen, blijft de consumptie gelijk. Het rapport van RIVM op basis van een onderzoek onder consumenten laat wel een daling zien.

Het rapport van Wageningen Economic Research (WER) laat het vleesverbruik vanaf 2005 tot en met 2017 zien. Tot en met 2012 publiceerde het Productschap voor Vee en Vlees deze cijfers. WER heeft de cijfers van de vleesconsumptie na deze periode gebaseerd op de CBS-cijfers.

Het blijkt dat de totale vleesconsumptie in 2017 met 76,6 kilo vrijwel gelijk is aan de consumptie in 2005. Toen werd er in totaal 77,6 kilo vlees geconsumeerd. Dit zijn overigens de cijfers gebaseerd op karkasgewicht met been. Ongeveer de helft hiervan wordt als vlees of vleesproducten geconsumeerd.

Meeste varkensvlees

In de periode tussen 2005 en 2017 is de vleesconsumptie overigens eerst gestegen naar maximaal 79,1 kilo. Daarna is het weer langzaam gedaald tot in totaal 76,6 kilo. In 2017 bleef de consumptie gelijk. Er zitten wel wat verschuivingen in de consumptie. De consumptie van varkensvlees is licht gedaald en die van pluimveevlees gestegen. In 2005 werd er 37,2 kilo varkensvlees gegeten. In zowel 2016 als 2017 was dat 36,5 kilo varkensvlees, waarmee varkensvlees het meest geconsumeerde vlees blijft.

Consumentenonderzoek

Volgens het rapport van de RIVM is de vleesconsumptie in Nederland echter wel gedaald. De RIVM baseert zich daarbij op een onderzoek onder in totaal 4.000 consumenten. Dat onderzoek liep van 2012 tot en met 2016. Toen is op twee dagen de consumptie van de consumenten gemeten. Daarnaast zijn de consumenten ondervraagd over hun consumptiepatroon.

Uit dit onderzoek blijkt dat de vleesconsumptie van 2012 tot en met 2016 met 5 procent is gedaald. De cijfers van WER gaan in die periode uit van een daling van 77,6 naar 76,6 kilo. Ook een daling dus maar met 1,3 procent nogal wat minder dan de ruim 5 procent waar het RIVM mee rekent. Uit het onderzoek van RIVM blijkt verder dat een gemiddelde consument nog meer dan zes dagen per week vlees eet. Bijna 80 procent van de vleesconsumptie is tijdens het diner.