Nieuws

Verbetering productie stagneert in Duitsland

Economie John Lamers 12 feb 2020 om 08:58uur

De productie van zeugen en vleesvarkens is het afgelopen jaar in Duitsland niet of nauwelijks meer gestegen. Dat blijkt uit de cijfers van de Erzeugerringen –verenigingen van varkensproducenten- in de diverse regio’s.

Vakblad SUS geeft een overzicht van de technische en economische cijfers in de regio’s Noord, West, Zuid en Oost. De verschillen in bedrijfsomvang zijn groot: in het noorden is het gemiddelde 294 zeugen, in het westen 264 zeugen, in het zuiden 124 zeugen en in het oosten 723 zeugen. Vleesvarkensbedrijven leverden in een half jaar tijd 2293 vleesvarkens af in Zuid, 3.353 vleesvarkens in West, 3.743 vleesvarkens in Noord en 9.000 vleesvarkens in Oost.
Het aantal gespeende biggen wijkt in het zuiden duidelijk af met 24,9 biggen tegenover 30 in de andere regio’s.
Het aantal gespeende biggen is ten opzichte van het voorjaar niet meer gestegen, behalve in het oosten. Daar steeg het van 28,5 naar 30 door een hoger aantal levend geboren. De bigoverleving daalde in de meeste regio’s en bleef alleen in het zuiden stabiel.
In alle regio’s stegen de directe productiekosten als voer, dierenarts en dergelijke. Tegeijk daalde de biggenprijs.. Het saldo (opbrengst minus directe kosten) daalde dan ook.. Opvallend is dat het saldo in de regio Zuid -550 euro- hoger is dan in West -488 euro- en Noord -465 euro. De biggenprijs is in het zuiden hoger dan in de andere regio's en compenseert die lagere biggenproductie. Van de regio Oost zijn geen economische cijfers bekend.

Voerconversie beetje beter

Bij de vleesvarkens verbeteren de technische resultaten nog een klein beetje. De groei stijgt in Noord met 3 gram per dag naar 860 gram en in West met 7 gram naar 834 gram per dag. In Zuid bleef de groei op 808 gram per dag steken en in Oost stabiel op 886 gram per dag. De voerconversie daalde met 0,01 in Noord en Zuid, 0,02 in West en 0,03 in Oost. De uitval onder de vleesvarkens steeg in alle regio’s. Regio Zuid scoort duidelijk het laagste met 2,04 procent, West 2,46 procent, Noord 2,74 procent en Oost 3,05 procent. Alle bedrijven hadden te maken met stijgende voerkosten. De opbrengst min directe kosten per 100 kilo groei is door lagere kosten voor de biggen ongeveer 10 euro hoger dan in het voorjaar: Noord 23,8 euro, West 25,8 euro, Zuid 28,5 euro.