Ierse zeug produceert 2.324 kilo vlees per jaar
De cijfers van Ierse varkenshouderij over 2019 zijn bekend. De gemiddelde bedrijfsgrootte in de zeugenhouderij is gestegen naar 831 zeugen. Het aantal afgeleverde vleesvarkens per zeug per jaar daalde met 0,1 stuks naar 26,8. Omdat de varkens zwaarder waren bij de slacht, blijft de vleesproductie per zeug per jaar toenemen.
De varkensafdeling van Teagasc publiceerde de jaarcijfers van varkensbedrijven in Ierland. De 94 deelnemende bedrijven met in totaal 78.000 zeugen zijn samen goed voor 52 procent van de Ierse zeugenstapel. Het aantal levend geboren biggen per worp steeg voor het eerst in de Ierse historie boven de 14 stuks (14,12). De uitval tot spenen nam vorig jaar met 0,2 procent toe naar 11,3 procent.
Wel daalde het aantal worpen per zeug per jaar met 0,06 naar 2,28. Dat komt mede door de dag langere zoogperiode. Die steeg van gemiddeld 30 dagen in 2018 naar 31 dagen in 2019. Het gemiddelde gewicht bij spenen bleef desondanks gelijk met 7 kilo. De uitval na spenen tot 38 kilo bleef ook ongeveer gelijk met 2,89 procent. In het groeitraject (38 kilo tot 113,5 kilo levend gewicht) viel nog eens 2,67 procent van de dieren uit. De groei in dat groeitraject bedroeg 904 gram per dag en de voerconversie was 2,68. In het traject van 7 kilo tot slachtrijp kwam de gemiddelde groei uit op 724 gram per dag en de voerconversie op 2,44.
Vleesproductie stijgt
Uiteindelijk heeft een Ierse zeugenhouder gemiddeld 26,8 vleesvarkens per zeug per jaar slachtrijp gemaakt. Doordat die gemiddeld 0,9 kilo zwaarder zijn geslacht, steeg de varkensvleesproductie per zeug per jaar van 2.319 kilo naar 2.324 kilo. Het gemiddeld slachtgewicht is sinds 2012 gestegen van 79,3 kilo naar 86,7 kilo in 2019.