Deadlines voor welzijnsmaatregelen Duitsland

Na jaren van strijd keurde de Federale Raad in Duitsland op 3 juli een aantal belangrijke wijzigingen in de Dierenwelzijns- en veehouderijverordening goed. Daarmee is een belangrijke stap gezet richting een dierenwelzijnsvriendelijkere varkenshouderij.

Vooral zeugen in de dek- en kraamstal krijgen meer bewegingsvrijheid. Een kraamhok zal minimaal 6,5 vierkante meter moeten zijn en rond het werpen mag een zeug maximaal 5 dagen gefixeerd zijn. In de periode van spenen tot insemineren is een leefoppervlakte van 5 vierkante meter per zeug voorgeschreven. Deze groepshokken moeten diverse functiegebieden hebben om te kunnen rusten, mesten, vreten en ontwijken. Verder moeten vleesvarkens de beschikking krijgen over organisch vezelrijk materiaal.

Jarenlang getouwtrek

De Duitse vereniging van varkenshouders ISN geeft aan dat zeugenhouders murw zijn geworden van dat jarenlange getouwtrek. Volgens ISN is er nu duidelijkheid richting hun achterban waar het met het dierenwelzijn heen gaat.

Maar de termijnen waarop zeugenhouders in moeten spelen op die nieuwe situatie, vergen flinke inspanningen, ook financieel. Bij de uitwerking van de details van de verordening zal ook de financiële ondersteuning door de federale regering en deelstaatregeringen een belangrijk punt zijn.

Kosten

De investeringskosten om de dekstallen en kraamstallen aan te passen, zullen uitkomen rond de 2.000 euro per per zeug. Voor een bedrijf met vijfhonderd zeugen is dus ongeveer 1 miljoen euro nodig en voor alle biggenproducenten in Duitsland tussen de 3 tot 3,5 miljard euro.

Maatschappelijke organisaties hadden aangedrongen op snellere invoering van diverse welzijnsmaatregelen. Met de goedkeuring van de veranderingen zijn de overgangstermijnen nu vastgelegd.