Nederland relatief duur vleesland

Eurostat publiceert elk jaar een scorelijst met een prijsindex voor de vleesprijs in de 28 lidstaten van de Europese Unie (EU). Het gemiddelde voor de EU-28 is gesteld op 100 en het gaat om alle vleescategorieën: rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees, lamsvlees, schapen- en geitenvlees, pluimveevlees en vleesbereidingen daarvan.

De consument in Oostenrijk betaalde volgens de Eurostat-berekeningen voor zo'n gevarieerd vleespakket gemiddeld de hoogste prijs: 145 procent boven het EU-gemiddelde in 2019. Na Oostenrijk volgen Luxemburg en Frankrijk en daarna komt Nederland op de vierde plek met een prijsindex van circa 128 procent boven het EU-28 gemiddelde.

Nederlandse vleeskopers zijn dus gemiddeld duurder uit dan Scandinavische, Baltische, Oost-Europese en Zuid-Europese landen. Ook in de buurlanden België, met een score van circa 126 procent op vijfde plek en Duitsland (met circa 106 procent op de tiende plek) wordt vlees minder duur betaald.

Goedkoopste uit

De vleesprijzen waren vorig jaar gemiddeld het laagst in Roemenië en Polen. Beide zaten op 63 procent van het EU-gemiddelde. Het Verenigd Koninkrijk dat uit de EU-28 vertrekt, haalt met een indexscore van circa 96 procent het EU gemiddelde omlaag.

Ook in 2018 was Oostenrijk het duurste vleesland in de Europese Unie (146 procent). Nederland bekleedde toen de vijfde positie, maar heeft in 2019 dus stuivertje gewisseld met België.

In 2017 werd het vlees in Luxemburg het duurst betaald, 141 procent boven het EU-28-gemiddelde. Het jaar daarvoor was Denemarken de koploper in vleesprijs voor de consument met 140 procent boven het EU-gemiddelde van dat jaar.

Laagvliegers

Traditioneel bungelt Polen onderaan op de prijsindexlijst van Eurostat. In 2016 werd 53 procent van het EU-gemiddelde betaald en het jaar erop 57 procent. In 2018 moest Polen de laagste positie delen met Roemenië met 63 procent en evenaren dat dus ook in 2019.