Geschikte alternatieve bronnen voor insectenlarven ontdekt
Onderzoeker Stijn Schreven van Wageningen University promoveert vrijdag op een onderzoek naar de invloed van microben op de voedselveiligheid van de insectenlarven van de zwarte soldaatvlieg als deze worden verwerkt in diervoeders. Vooral de voedingsbodem die voor het kweken van de larven wordt gebruikt, is bepalend voor de veiligheid van de op insectenlarven geproduceerde veevoergrondstof.
Schreven heeft een aantal alternatieve voedselbronnen (substraten) voor insectenlarven onderzocht. Daarbij heeft hij in kaart gebracht hoe de samenstelling van de vele soorten bacteriën in voedselbronnen en in de gekweekte larven veranderen tijdens de opkweek van maden van de zwarte soldaatvlieg.
Het onderzoek was gericht op het analyseren van de effecten van de vele microben die invloed kunnen hebben op de groei van de larven en op de bacteriesoorten en aantallen in de gekweekte larven zelf.
Camelina-en crambe-perskoek
De alternatieve substraten die Schreven heeft onderzocht, zijn camelina-en crambe-perskoek. Dat zijn restproducten die ontstaan bij de productie van camelina- of crambe-olie, alternatieven voor palmolie in humane voeding. Daarnaast heeft de onderzoeker kippenmest als mogelijk voedselbron onderzocht. Als vergelijkingsmateriaal is kippenvoer gebruikt.
Camelina- en crambe-perskoek zijn voor diervoeding niet bruikbaar. Deze eiwitrijke restproducten bevatten namelijk toxische stoffen waardoor ze ongeschikt zijn voor directe voedering aan dieren.
Voedselbron voor larven
Uit het onderzoek van Schreven blijken camelina- en crambe-perskoek wel bruikbaar als voedselbron voor larven. De larven kunnen goed groeien op een voermengsel waarin tot maximaal 50 procent camelina-perskoek is verwerkt. Bij gebruik van crambe-perskoek is een maximaal aandeel van 25 procent haalbaar.
Met camelina-perskoek krijgen de larven een interessant vetzuurprofiel, namelijk een gunstige samenstelling van omega-vetzuren. Camelina- en crambe-koek zijn daarmee geschikt als alternatief substraat voor de kweek van insectenlarven. De plantaardige reststromen die nu worden ingezet als substraat, zijn namelijk wel direct inzetbaar in diervoeders.
Uit het onderzoek blijkt ook dat de micro-organismen uit het voedselsubstraat een groot effect hebben op de groei van de larven en op de gemeenschap van microben (microbiota) in de larven. De larven zelf hebben ook een invloed op hun darmflora, maar ook dat hangt af van het substraat. Het substraat beïnvloedt dus direct en indirect de microbiota in de larven en daarmee ook de groei en voedselveiligheid van de larven.
Nader onderzoek
Duidelijk blijkt dat kippenmest leidt tot veel bacteriële veranderingen bij de larven. Nader onderzoek moet uitwijzen of daarmee de voedselveiligheid in het geding is. Mest is niet toegelaten als substraat voor insecten en het nader onderzoek moet uitwijzen of de voedselveiligheid kan worden gegarandeerd.
Bij het op grote schaal kweken van de larven van de zwarte soldaatvlieg zoals dat in Nederland al gebeurt, gebruiken de kwekers plantaardige reststromen uit de voedingsindustrie, zoals bierbostel, aardappelstoomschillen en appel- en bietenpulp. Die producten zijn in principe veilig. Daartoe moet bij de opslag en het gebruik als voersubstraat voor de insecten aan dezelfde eisen worden voldaan als voor productiedieren.
Ander probleem
Promotor Joop van Loon noemt nog een ander mogelijk probleem bij het benutten van organische reststromen. In de reststromen kunnen chemische of microbiële verontreinigingen voorkomen. Dat is tot nu toe nauwelijks onderzocht.
Wel heeft het laboratorium van Van Loon een onderzoek uitgevoerd naar residuconcentraties van insecticiden die tegenwoordig standaard voorkomen in plantaardig restmateriaal. Die residuen zijn wettelijk toegestaan in diervoeders. Twee van de acht onderzochte insecticiden – cypermethrin en spinosad – blijken schadelijk voor de larven van de zwarte soldatenvlieg. Dit moet volgens Van Loon leiden tot het naar beneden bijstellen van de toegestane maximale concentraties in plantaardige reststromen.