Andere vaccinatiestrategie werpt vruchten af

Door omstandigheden stokte de aanvoer van opfokzeugen en kwam de varkenshouder in het Brabantse De Mortel vorig jaar voor een ingrijpende keuze te staan. Van den Heuvel koos voor een andere zeugengenetica in combinatie met een gezondheidsimpuls.

‘Sinds het najaar van 2020 voer ik koppels Libra-gelten met een SPF-status uit Duitsland aan’, zegt hij. ‘Deze dieren met een leeftijd van 19, 21, 23 en 25 weken komen in de quarantainestal en zijn vrij van PRRS, APP en mycoplasma. Ik durf deze stap te zetten omdat binnen een straal van 1 kilometer nog maar één bedrijf staat, met 600 vleesvarkens, en we aan een hele rustige weg zitten. Het risico op het binnenwaaien van een PRRS-veldvirus is beperkt.’

Omdat deze SPF-zeugjes geen weerstand opgebouwd hebben tegen het PRRS-virus heeft Van den Heuvel de vaccinatiestrategie aangepast. Voorheen werden de aangevoerde opfokzeugen, tegelijk met de zeugen en de zoekberen vier keer per jaar voor de voet weg met een ‘dode’ PRRS-entstof gevaccineerd.

Toch een licht hoestje

De strategie werkte naar tevredenheid. ‘Toch was het aantal mummies en doodgeboren biggen met 1,7 per worp iets te hoog’, vindt de varkenshouder. ‘Ook merkte ik dat de Tempo-biggen soms een licht hoestje hadden, maar in mijn eigen vleesvarkensstal en bij de vaste afnemer verdwijnen die verschijnselen en presteren ze naar verwachting.’

Op advies van Maurice Moonen van Dierenartsencombinatie ZuidOost is Van den Heuvel eind vorig jaar overgeschakeld op het enten met een levend PRRS-vaccin. Ook besloten ze, na ruggespraak met de vaste afnemer, om de biggen extra bescherming mee te geven.

Vaccin voor extra bescherming

Vanwege praktische voordelen kwamen ze voor de extra bescherming uit op de entstof Suvaxyn PRRS MLV. Van den Heuvel vaccineert de opfokzeugen twee keer tegen PRRS met een tussenpoos van drie weken waarna hij een afkoelingsperiode van drie weken nastreeft.

Daarnaast ent hij wekelijks de groep kraamzeugen met hun biggen op dag 3 na werpen met hetzelfde vaccin en wisselt alleen de naald. ‘Zo’n verandering in vaccinatiestrategie is maatwerk’, licht Moonen toe. ‘Want het is niet alleen het vaccin dat het resultaat bepaalt, ook het bedrijfsmanagement moet kloppen.’

Gelten en eersteworps bijeen

Van den Heuvel heeft nog een verandering met gunstige effecten doorgevoerd en wel in de drachtfase. Zijn twee drachtstallen is hij sinds begin dit jaar anders gaan benutten. Geïnsemineerde gelten en eersteworpszeugen zet hij bijeen in de drachtstal met 84 plaatsen. Ze krijgen daar een luxer drachtvoer.

‘Door de opdeling kunnen de jonge zeugen zich beter ontwikkelen en vanwege het beperktere verschil in gewicht blijft het rustiger in de groepen’, verklaart de varkenshouder. ‘De groepen oudere zeugen in de stal met 190 plaatsen kunnen uit de voeten met iets schraler voer.’

Regelmatig testen

Het monitoren maakt deel uit van de bedrijfsaanpak. Regelmatig wordt de DIVA PCR-test uitgevoerd op mengmonsters van speekseltouwen of opgevangen castratievocht van tien jonge beertjes. ‘De inspanning is beperkt en het levert nuttige informatie op’, stelt Moonen. ‘Alle monsters scoorden dit jaar negatief op het PRRS-veldvirus, normaal is dat soms wel het vaccinvirus wordt aangetoond.’

Het resultaat van de gezondheidsimpuls ziet Van den Heuvel op verschillende punten terug. ‘De ziektedruk is verminderd, de levensstart van de biggen verbeterde en het kuchje in opfokafdelingen is ook helemaal verdwenen. We zetten echt weer een stapje vooruit.’