Varkensmotor in China hapert

Het verhogen van de varkensvleesproductie in China verliep afgelopen jaar in rap tempo. In de periode januari tot en met september 2021 zijn bijna 492 miljoen vleesvarkens geslacht. Dat is ongeveer 36 procent hoger dan in dezelfde periode van 2020. Eind september telt China volgens het nationale bureau voor de statistiek 437,64 miljoen varkens. Dat is ruim 18 procent hoger dan in september 2020.

Toch hapert de productiemotor door de hoge voerkosten in combinatie met te lage opbrengstprijzen. Chinese varkenshouders zouden geld toegeven op het produceren van biggen en vleesvarkens. Daarom zijn er varkenshouders die hun productie terugschroeven of (tijdelijk) staken. Tussen juni en september van dit jaar is het aantal varkens in China afgenomen met 1,5 miljoen (-0,3 procent).

Ook het aantal zeugen in China is volgens recente cijfers aan het dalen. Tussen juni en september verdwenen 1,1 miljoen zeugen, waardoor er nu nog 44,59 miljoen zijn (-2,3 procent). De lage biggenprijzen jagen die ontwikkeling aan. Waar in 2020 de prijs voor een big van 20 kilo piekte op omgerekend zo’n 260 euro, is dat momenteel ‘slechts’ iets meer dan 41 euro.

Niet kostendekkend

De prijs voor vleesvarkens is afgelopen twee weken gestegen met omgerekend 0,50 euro per kilo levend gewicht. Op het dieptepunt werd 1,36 euro per kilo levend varken betaald, nu is dat opgelopen naar 1,86 euro. Maar deze opbrengstprijs dekt te kostprijs niet, vanwege de torenhoge voerkosten. Volgens fleischwirtschaft.de zou er zelfs 100 euro per vleesvarken bij moeten.

De verwachting is dat de varkensprijzen aantrekken richting Chinees Nieuwjaar, een aanjager voor de vraag naar varkensvlees. Maar of de prijsstijgingen voldoende zullen zijn om de productiekosten te dekken, is nog de vraag. De termijnmarkten beloven niet veel goeds. Dat kan betekenen dat de Chinese varkensproductie verder zal dalen.