Uitval in Deens vrijloopkraamhok lager
De uitval van biggen en zeugen gaat bij de overstap naar een vrijloopkraamhok omlaag. Dat is de ervaring van de Deense varkenshouder Asgar Krogsgaard die vier jaar geleden overstapte naar dit systeem.
Tijdens een door PigProgress georganiseerd webinar was Krogsgaard een van de sprekers, samen met onderzoeker Emma Baxter van het Schotland Rural College en Vivi Aarestrup Moustsen van het Deense onderzoeksinstituut Seges.
Krogsgaard moest vier jaar geleden hoognodig zijn kraamhokken aanpassen. Het grootste deel was versleten op het bedrijf dat in de loop der tijd groeide naar 2.750 zeugen. Omdat de zoons van Krogsgaard verder willen met het bedrijf, werd een toekomstgerichte keuze gemaakt voor vrijloopkraamhokken.
'Investeren in nieuwe conventionele kraamhokken zagen we niet zitten. We verwachten dat die ruim voor het einde van hun levensduur niet meer zijn toegestaan en dan is dat een te grote desinvestering. Ik zou iedere zeugenhouder, die nu nieuw moet bouwen, aanraden om voor vrijloop te kiezen.'
Flinke investering
Wel geeft Krogsgaard toe dat de keuze voor vrijloopkraamhokken niet eenvoudig was en een flinke extra investering betekende. Al kon de zeugenhouder gebruikmaken van een subsidieregeling. 'Die extra investering krijgen we helaas nog niet terug via een extra vergoeding, maar dat zal in de toekomst toch moeten gebeuren.'
Spijt heeft de zeugenhouder zeker niet van de overstap naar het vrijloopkraamhok. 'Vooraf werd gezegd dat de uitval bij de biggen en zeugen vast wel zou stijgen, maar het tegengestelde blijkt het geval. De uitval is bij zowel de biggen als de zeugen, dat wil zeggen zeugen in het kraamhok, gedaald.'
Drachtigheidspercentage
Dat geldt volgens de zeugenhouder ook voor zijn Deense collega's die al zijn overgestapt. Toen de Deen nog met conventionele kraamhokken werkte, zat hij op 17,3 levend geboren biggen per zeug met een uitval van 16,1 procent. De afgelopen drie maanden was dat achttien levend geboren biggen met 13,4 procent uitval. Het drachtigheidspercentage steeg van 86,1 naar 91,8 procent.
Om goede resultaten te behalen, is het nodig om een heel goed biggennest te maken. Dat is overdekt en voorzien van vloerverwarming. In de loopruimte is een gietijzeren rooster aanwezig. Die keuze is op het allerlaatste moment gemaakt en daar heeft Krogsgaard geen spijt van.
'De zeugen lopen er goed op en het is koel voor de zeugen, de biggen hebben geen beschadigingen en de mestdoorlaat is prima. Daarnaast is het werkplezier van de medewerkers flink verbeterd. Uiteraard moesten ze eerst even omschakelen, maar nu wil niemand meer terug.'