ForFarmers: '14-15 kwaliteitsbiggen grootbrengen bij zeug uitdagend'

Voor biggen gaat van nature niets boven moedermelk, zegt Haanschoten, specialist zeugen en gespeende biggen bij het Vida-team van ForFarmers. Om een big op 26 dagen leeftijd 7 kilo te laten wegen, moet een big gemiddeld 220 gram per dag groeien. 1 kilo groei voor een toom vergt volgens Haanschoten 4,1 kilo lactovoer. Dus om veertien biggen 220 gram per dag te laten groeien is 12,6 kilo zeugenvoer per dag nodig. ‘In de praktijk betekent het dat een zeug onvoldoende voer opneemt om die melkproductie puur uit het voer te laten komen’, concludeert hij.

Een zeug zal dus altijd gewicht verliezen in de kraamperiode. Beperken tot 10 procent conditieverlies ofwel 20 tot 25 kilo interen op puur lichaamsgewicht moet het streven zijn. Daarom is het de uitdaging zoveel mogelijk voer in een zeug te krijgen. Het beste is om ze heel geleidelijk aan naar de maximale voeropname te sturen. En dat punt ligt volgens Haanschoten rond dag 18 na werpen.

‘Zeugen hoeven niet al op dag 10 na werpen op de maximale voergift te zitten. Je moet ze de hele kraamperiode ‘graag’ houden en vooral niet overvoeren. Zeker niet in de periode dat ze naar de maximale melkproductie toegroeien’, benadrukt Haanschoten. ‘En probeer drie voerschema’s in de kraamstal te hanteren. Een voor gelten, een voor tweede- en derdeworps zeugen en een voor oudere dieren. En als het voersysteem het toelaat, kun je bijvoorbeeld een hoger geconcentreerd voer verstrekken aan gelten om het conditieverlies te beperken en ze duurzamer en productiever te houden.’

Maatwerk per zeug

Voor de varkenshouder is het kijken naar de zeugen en het per dier soepel voeren naar het maximum maatwerk. Haanschoten: ‘Ik adviseer een kwartier na de ochtendvoerbeurt de troggen in kraamstallen te beoordelen. Zitten er nog een paar korrels in, dan zit je goed met je voerschema. Maar is de voerbak helemaal schoongelikt, dan kan er een tandje bij.’

Toch moeten structuur en rust worden ingebouwd bij het verhogen van de voergift. Volgens Haanschoten is het beter om niet dagelijks het voerschema te verhogen. ‘Een zeug moet wennen aan de grotere voerporties. Om de dag plussen heeft mijn voorkeur.’

Met verhogen van het aantal voerbeurten per dag is de maximale voeropname ook gunstig te beïnvloeden. ‘Tot tien dagen na werpen volstaat twee keer daags voeren. Daarmee houd je zoveel mogelijk rust in de kraamstal en beperk je de kans op uitval door doodliggers’, stelt Haanschoten. ‘Maar daarna verdient drie keer voeren de voorkeur. Dan kun je meer kilo’s voer per etmaal in een zeug krijgen. Houd wel rekening met het bioritme van varkens en verdeel die drie porties niet met tussenpozen van acht uur.’