Informatie slachtzeugen benutten voor management
Voor vermeerderaars is de afzet van slachtzeugen een marginale opbrengstenpost. De afvoer van dieren die aan het einde van hun carrière zitten is 'bijzaak', evenals waar ze worden geslacht. Toch kan die diercategorie waardevolle informatie opleveren als alle gegevens die aan de slachtlijn zijn verzameld worden teruggekoppeld naar de zeugenhouder. Hoe zit dat en waar beweegt het heen?
Het aantal productieve zeugen in Nederland zit onder de 800.000 dieren. Een vervangingspercentage van ongeveer 42 procent per jaar betekent een afvoer van rond de 336.000 zeugen. Hiervan is een deel uitval door sterfte en euthanasie op het bedrijf. Ongeveer 280.000 zeugen per jaar worden afgevoerd voor de slacht. De enige informatie die zeugenhouders tot nu toe teruggekoppeld krijgen, zijn de kilo's vlees maal de kiloprijs en hoeveel kilo vlees er eventueel is afgekeurd.
Toch is meer informatie beschikbaar. Bij de slacht worden de zeugen levend en aan de slachtlijn geïnspecteerd door keurmeesters van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Dat gebeurt op dezelfde wijze als bij het slachten van vleesvarkens.
De Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) keurt in Nederland rood vlees onder toezicht van de NVWA en ziet daarbij toe op de voedselveiligheid. Van elk geslacht varken moeten alle organen, zoals de longen, de lever en het maag-darmpakket, worden aangeboden ter keuring conform Europese regelgeving.
Uitbreiding van slachtcapaciteit voor zeugen in Nederland is gewenst
Geschikt voor humane consumptie
Inspecteur vleesketen en veiligheid Rinske Gerritsjans van de NVWA: 'Dus ook het wel of niet geschikt verklaren van bijvoorbeeld de lever wordt tijdens de keuring vastgelegd. Het hele pakket aan organen wordt beoordeeld in de totale keuring van een karkas. Het kan zijn dat het slachtdier geschikt is voor menselijke consumptie, maar een orgaan van het dier niet.'
Bij twijfel of een slachtdier geschikt is voor menselijke consumptie, zoals bij puntbloedingen op de nier in combinatie met een longontsteking, hevelt een KDS-medewerker de keuring over naar een dierenarts van de NVWA, licht Gerritsjans toe. 'Deze moet vervolgens de keuringsbeslissing nemen en op die manier wordt de voedselveiligheid gegarandeerd.'
Nederlandse zeugenslachterijen
De keuringsgegevens per slachtzeug worden geregistreerd op overzichten die de NVWA terugkoppelt naar de slachterijen. Vion (in vestiging Groenlo) en Westfort (in Gorinchem) zijn de enige vleesverwerkers in Nederland die zeugen slachten. Vion wil verder geen toelichting geven.
Inkoopdirecteur Jaap de Wit van Westfort geeft aan dat er in twee halve werkdagen per week gemiddeld duizend zeugen worden geslacht. 'Wij willen graag meer zeugen slachten omdat het aanbod in Nederland er is en om efficiënter te kunnen werken. Nu wordt iedere week twee keer de slachtlijn opgestart en is het niet rendabel om te investeren in bijvoorbeeld volledige automatisering van terugkoppeling alle slachtgegevens.'
Uitbreiding van de slachtcapaciteit bij de zeugenslachterij wordt volgens De Wit vooral tegengehouden door gebrek aan capaciteit bij de keuringsinstantie KDS. 'Wat betreft verschillende duurzaamheidsaspecten en toegevoegde waarde zou het beter zijn om alle slachtzeugen in eigen land te verwerken. Dan kan makkelijker een datastroom met extra slachterij-informatie op gang worden gebracht waar zeugenhouders in hun bedrijfsmanagement wat mee kunnen.'
Nu krijgen leveranciers van zeugen alleen het slachtgewicht en afgekeurde kilo's op de afrekening te zien. De reden van afvoer weten de zeugenhouders zelf wel, maar als het gaat om extra gezondheidsinformatie kan De Wit zich goed voorstellen dat die gegevens ook waardevol kunnen zijn.
Wisselende afzet
De beperkte slachtcapaciteit voor zeugen in Nederland zorgt voor een exportstroom van slachtzeugen. De afvoer van deze categorie slachtdieren naar het buitenland ziet Guus Hoefnagel van handelsbedrijf Interporc als belemmering voor het terugkoppelen van extra informatie. 'Uit zeugenslachterijen in Duitsland en België krijgen we alleen slachtgewichten te zien.'
Wel vindt Hoefnagel het een goede zaak dat er zeugenslachterijen in Nederland zijn waar op verzoek wel extra informatie is op te halen. 'Af en toe krijgen we vragen van dierenartsen of zeugenhouders om via koppels slachtzeugen te achterhalen wat een reden zou kunnen zijn waarom een bedrijf kampt met onverklaarbare uitval.
'Specifiek onderzoek aan de slachtlijn om bijvoorbeeld de maag en milt van zeugen te beoordelen, is dan een optie waar gebruik van kan worden gemaakt. Vaak werken Nederlandse zeugenslachterijen ook prima mee om op verzoek bepaalde organen apart te houden voor een nadere inspectie door de varkensarts van een zeugenhouder.'