%27Fikse+uitdagingen+voor+gezinsbedrijven%27
Blog
© Europees Parlement

'Fikse uitdagingen voor gezinsbedrijven'

De marktsituatie in de Europese en Nederlandse varkenshouderij is niet zo positief. Middelgrote en kleine familiebedrijven komen in de knel. De Europese Commissie en de lidstaten hebben mogelijkheden voor maatregelen om steun te geven.

Met verschillende Europarlementariërs, aangevoerd door mijn Vlaamse collega Tom Vandenkendelaere, vinden wij dat de Europese Unie, zowel de Europese Commissie als de regeringen van de lidstaten, zich wel erg passief opstelt. Dat kan misschien worden verklaard door de geringe omvang van de Europese financiële middelen zoals de overblijvende marges van de crisisreserve (een peulenschil op een varkenssector van 36 miljard euro) of de vrees voor een ongelijk speelveld door een lappendeken aan nationale staatssteunregelingen, maar het gaat ook om cynisch eigen marktbelang van bepaalde lidstaten die inzetten op schaalomvang in een keiharde markt met veel groeiers en veel afvallers.

Wij vinden als Europarlementsleden in de landbouwcommissie in elk geval niet dat de Europese en nationale overheid zo gemakkelijk naar marktwerking als enige en kille oplossing voor de ernstige crisis op de varkensmarkten kunnen blijven wijzen. Er zijn mogelijkheden die gezamenlijk ten minste enige verlichting kunnen bieden: de genoemde Europese financiële marges, staatssteunregelingen, maar ook de wettelijke mogelijkheden voor producentenorganisaties. Het agrarische familie- en gezinsbedrijf staat volgens de Europese Commissie toch centraal in de boer-tot-bordstrategie? Dan geldt dat ook voor varkenshouders.

In Nederland mag de sector, los van de kostprijsstijgingen, vooralsnog dankbaar zijn dat er geen Afrikaanse varkenspest (AVP) is binnengesleept. Als EP-landbouwcommissie hebben wij opnieuw aangedrongen op grotere waakzaamheid van regionale en landelijke overheden tegen AVP in heel Europa.

Virale dierziekten hebben voor de dierhouderij grote (markt)gevolgen. Dier- en volksgezondheid moeten altijd voorgaan, maar pure handelsnormen mogen niet ten koste gaan van waardevolle dierenwelzijnsontwikkelingen.

Over dierenwelzijnsnormen voor landbouwhuisdieren, met inbegrip van varkens, stemden we onlangs ook als Europees Parlement. Ik ben als CDA-politica van de normen en waarden, maar voor bepaalde politici lijkt het bij dierenwelzijn meer te gaan om de eigen (vooral emotionele) normen en zoveel mogelijk wetten zonder enige wetenschappelijke onderbouwing.

Gelukkig was er dit keer wel een nuchtere meerderheid met gezond boerenverstand. Het Europarlement wil weliswaar meer dierenwelzijnsambitie en de kooihouderij uitfaseren tijdens een specifiek voor elke diersoort en -leeftijd wetenschappelijk onderbouwde, voldoende langdurige transitie, maar wel met nadrukkelijke aandacht voor diergezondheid (ook van pasgeboren landbouwhuisdieren zoals biggen in kraamhokken), klimaat- en milieuvoetafdruk per kilo dierlijk product, investeringsperiodes en verdienmodel. Bij meer ambitie hoort ook meer aandacht voor gelijke dierenwelzijnsnormen voor importen naar de Europese Unie (EU).

Dus niet 'vrolijk' dierenleed gaan importeren en ondertussen onze varkens- en andere dierhouders kleineren en traineren. De EU-normen voor het welzijn van varkens behoren reeds tot de hoogste ter wereld, waarbij Nederland er steeds een extra schepje bovenop doet, maar met kraamstalonderzoek, concepten als vrijloopzeug en vrijwillige dierenwelzijnsetikettering wel vooroploopt.

Waar het misgaat in Europa, komt dat vooral door gebrekkige controle van de normen door de nationale autoriteiten in bepaalde EU-landen. Dat willen wij als Europees Parlement harder laten aanpakken. Goed voor de positie van onze vooroplopende Nederlandse varkenshouderij, goed voor boer en dier.

Annie Schreijer-Pierik
Lid van het Europees Parlement namens het CDA

Stelling

Loading

Weer

  • Woensdag
    9° / 4°
    90 %
  • Donderdag
    9° / 5°
    30 %
  • Vrijdag
    7° / 3°
    10 %
Meer weer