Investeren+in+biest+beschermt+big+beter
Achtergrond
© Twan Wiermans

Investeren in biest beschermt big beter

Biggen zijn afhankelijk van biest voor een goede bescherming tegen ziektekiemen en het verbeteren van hun eigen afweer. Goed biestmanagement gaat verder dan zorgen dat alle biggen genoeg biest krijgen. Geltenopfok, voeding van de zeug en de juiste vaccinatie zijn van belang. Het nieuwe 7-in-1-vaccin van Ceva Santé Animale biedt hierbij perspectief.

Tijdens en direct na de geboorte staat een big bloot aan allerhande kiemen uit de omgeving. Daar zitten goede essentiële kiemen tussen die zorgen dat er in de darmen van de big een samenleving van gunstige bacteriën, gisten, virussen (microbiota) ontstaat die helpt bij de vertering en onderdeel is van het immuunapparaat. Er komen ook altijd ziekteverwekkers in de darm van een pasgeboren big terecht.

‘De belangrijkste bacteriële ziekteverwekkers die een plaatsje in de darm proberen te veroveren, zijn enterotoxigene E. coli, Clostridium perfringens type A en type C en Clostridium difficile’, zegt dierenarts Eva De Jonghe van Ceva Santé Animale. ‘Zij kunnen neonatale diarree veroorzaken. Clostridium difficile is doorgaans alleen problematisch bij biggen met een verstoord evenwicht van de darmmicrobiota, doordat ze bijvoorbeeld al jong antibiotica krijgen.’

Het is van belang dat die ziekteverwekkers niet de overhand krijgen in de microbiota. Dat begint met goede hygiëne, zodat er geen overmaat van ziekteverwekkers aanwezig is en het voorkomen van stressfactoren zoals een slecht klimaat en onrust. ‘Daarnaast beschermen de antistoffen uit de biest de big tegen de ziektekiemen en zorgen ze voor de opbouw van een goede weerstand. Dus een goede biestvoorziening en biestkwaliteit zijn noodzakelijk’, benadrukt De Jonghe.

De lichtste biggen moeten echt voldoende kwaliteitsbiest kunnen opnemen

Eva De Jonghe, dierenarts van Ceva Santé Animale

‘De afweer tegen ziektekiemen vanuit de biest is essentieel’, beaamt Kaat Goris, dierenarts en nutritionist bij Cargill. ‘Daarnaast is biest direct na de geboorte noodzakelijk als energiebron. Een big heeft nauwelijks energiereserves. Biest is nodig om de kachel brandend te houden. De derde functie van biest is het verder ontwikkelen van de darmen en het op gang brengen van het hele afweersysteem.’

Om de beperkte hoeveelheid biest te verdelen, is bij grote tomen split suckling nodig. ‘Dan weet je zeker dat elke big minimaal 230 tot 250 milliliter biest krijgt, wat nodig is voor genoeg antistoffen’, weet Goris. ‘Meer is altijd beter. Naast split suckling mag je biggen verleggen na minimaal tien uur bij de eigen zeug. Verder moet je ze met rust laten.’

Heleboel knoppen

Een zeugenhouder kan aan een heleboel knoppen draaien om te zorgen voor een optimale kwaliteit en hoeveelheid biest. Dit begint al bij opfokgelten vanaf 10 tot 25 weken leeftijd, benadrukt de dierenarts van Cargill. ‘Dan moet de opfokzeug speciaal voer krijgen, afgestemd op haar ontwikkeling en op een maximale groei van het uierweefsel zonder dat vervetting kan optreden.’

Vlak voor de geboorte is de voeding van alle zeugen essentieel. Transitievoer is volgens Goris de beste keuze. ‘Daar kun je gericht alle ingrediënten in stoppen die de biestproductie stimuleren zoals antioxidanten, lever ontlastende energiebronnen en Livapig, een voorloper van stikstofoxide met een bewezen positief effect op de biestkwaliteit.’

E. coli en C. perfringens type A en C zijn de belangrijkste verwekkers van diarree bij pasgeboren biggen.
E. coli en C. perfringens type A en C zijn de belangrijkste verwekkers van diarree bij pasgeboren biggen. © Ceva Santé Animale

Genoeg goede biest heeft niet alleen in het kraamhok een effect, maar het hele leven. ‘Lichte biggen profiteren duidelijk het meest van een hoge biestopname. Die laten een duidelijke inhaalgroei zien en dat werkt door na spenen en als vleesvarken’, zegt de dierenarts van Cargill.

Biestkwaliteit verbeteren

Naast het stimuleren van de biesthoeveelheid en zorgen voor een goede biestverdeling is de biestkwaliteit van belang. Biestkwaliteit wil zeggen dat er veel antistoffen in de biest zitten tegen de ziekteverwekkers waar de big mee in aanraking komt. Voor bacteriële neonatale diarree zijn de belangrijkste dus E. coli en Clostridium perfringens type A en C en daar zijn dan weer verschillende typen van. Hierdoor zijn er bij deze drie ziekteverwekkers verschillende virulentiefactoren betrokken die neonatale diarree kunnen veroorzaken.

Een varkenshouder hoeft niet precies te weten welk type E. coli of Clostridium perfringens op zijn bedrijf een probleem vormt. Het nieuwe vaccin Enteroporc Coli AC van Ceva Santé Animale stimuleert namelijk de aanmaak van antistoffen tegen de zeven meest voorkomende virulentiefactoren van de drie ziekteverwekkers. Met één vaccin zijn de biggen dus tegen drie belangrijke oorzaken van bacteriële neonatale diarree beschermd.

Wel blijft het volgens De Jonghe belangrijk om stress te beperken. ‘Zorg er met voeding en verzorging voor dat het werpen vlot verloopt. Zorg er ook voor dat de zeugen geen last hebben van PRRS of griep. Een schone omgeving bij het werpen met een goed klimaat en all-in-all-out in de kraamstal zijn essentieel. Het is zo dat de lichtste biggen het meeste risico lopen, dus die moeten echt voldoende kwaliteitsbiest kunnen opnemen.’

E. coli en Clostridium
Van Escherichia coli (E. coli) zijn het de typen met aanhechtingsfactoren F4ab, F4ac, F5 en F6 die neonatale diarree bij jonge biggen veroorzaken. Diarree door Clostridium (C.) perfringens type A komt door de alfa- en bèta2-toxinen en bij C. perfringens type C door de bèta1-toxine. In Nederland komen vooral C. perfringens type A met de alfa- en bèta2-toxinen voor. Van E. coli is het type met F4-aanhechtingsfactoren dominant. Met het nieuwe vaccin Enteroporc Coli AC van Ceva Santé Animale krijgen biggen via de biest bescherming tegen de zeven belangrijkste virulentiefactoren.

Bekijk meer over:

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    6° / 5°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / 3°
    10 %
  • Zondag
    8° / 3°
    10 %
Meer weer