'Voerwinsten nooit meer onder 1.000 en 100 euro'
Een voerwinst die nooit meer onder de 1.000 euro per zeug en 100 euro per vleesvarken uitkomt. Is dat de wens de vader van de gedachte of wordt de toekomst echt anders dan het verleden? Feit is dat de voerwinst de gemoederen bezighoudt, zowel in de reguliere markt als in de concepten die werken met een vaste prijs.
De verschillen in voerwinsten waren de laatste jaren enorm groot. De vraag is hoe je dat voor de komende jaren inschat en wat het niveau en de uitersten zullen zijn.
De realisatie van de voerwinst in de laatste jaren liet onomstotelijk een cyclus zien. Onderstaande grafieken illustreren dat duidelijk. De uitersten bij de zeugen zijn daarbij steeds verder uit elkaar gaan lopen, met spreiding in de laatste zes jaren van 375 tot 995 euro per zeug. Waar we afgelopen twee jaren historisch gezien laag zaten, zeker gelet op de kosten na voerwinst, zitten we juist de eerste vier maanden van dit jaar hoger dan we ooit in het verleden hebben gezeten.
De voerwinsten bij de vleesvarkens schommelen ook, maar de pieken en de dalen worden daar meer afgevlakt door de grotere uitersten in de biggenprijs.
De cijfers vertonen duidelijk een cyclisch patroon, maar het menselijk denken lijkt daar anders op te reageren. Wanneer de cijfers slecht zijn, neigen velen te geloven dat het slecht zal blijven, terwijl ze bij goede cijfers vaak denken dat het goed zal blijven.
Vooropgesteld dat ik denk dat de voerwinst ten opzichte van het verleden zal stijgen en dat er een cyclus zal blijven bestaan. Die is niet te voorspellen en zal zeker worden verstoord door wereldpolitiek, mondiale markten of veterinaire omstandigheden. Als Europese Unie zijn we in grote mate afhankelijk van de wereldmarkt, met een zelfvoorzieningsgraad van ongeveer 115 procent. Nederland, met een nog hogere zelfvoorzieningsgraad, is vooral afhankelijk van export.
Daartegenover verwacht ik een scenario waarin de kosten na voerwinst wereldwijd toenemen, terwijl de productie slechts mondjesmaat stijgt. Tegelijkertijd verwacht ik dat de mondiale consumptie blijft groeien. Toch denk ik dat er altijd weer een balans zal komen en dat de voerwinst in de wereld de kostprijs volgt.
In de voorgaande jaren vertoont het zes- of zevenjarig gemiddelde een trendmatige stijging. In het afgelopen jaar bedroeg het niveau ongeveer 675 euro per zeug en 83 euro per vleesvarken. In langetermijnbegrotingen, de uitgangspunten in Kwin Veehouderij, wordt voor de komende Kwin uitgegaan van een voerwinst van 693 euro per zeug en 84 euro per vleesvarken. Een duidelijke stijging van de voerwinst ten opzichte van wat een aantal jaren geleden nog werd aangehouden in de Kwin, maar ook zeker een niveau dat voor de huidige en komende kosten in de sector vereist is om aan alle verplichtingen te voldoen. Zelfs dan moet je beter dan gemiddeld presteren om het bedrijf te continueren op lange termijn.
Voor wie zich in wil dekken tegen lagere prijzen/voerwinst, is het nu ook het moment om na te denken over vaste concepten. Daar komt ruimte in, alleen al omdat niet alle bedrijven de eisen van 2025 zullen implementeren. Er zullen bedrijven stoppen of uitstappen omdat zij verwachten hogere resultaten te kunnen realiseren zonder concept.
Het is de kunst om samen te onderzoeken hoe je kunt omgaan met de hoge voerwinst in de huidige tijd. Dit betekent het stapsgewijs implementeren van concepten die gebaseerd zijn op een gemiddelde voerwinst en kijken hoe deze kunnen worden toegepast. Dit is de uitdaging voor de concepten de komende tijd, maar ook een te maken afweging voor de varkenshouders.
Als je denkt dat de voerwinst niet meer onder de 1.000 euro per zeug of onder de 100 euro per vleesvarken komt, dan bieden vaste concepten geen meerwaarde. Wanneer je uitgaat van een lagere langjarige voerwinst, dan zou je met die concepten niet alleen een goed inkomen hebben, maar ook een vlakke voerwinst zonder pieken en dalen.
Ik heb ook de hoop dat de voerwinst niet meer onder de 1.000 euro per zeug en 100 euro per vleesvarken zal dalen. Maar ik zou bij het nemen van beslissingen uitgaan van de langjarige voerwinsten zoals die in het verleden zijn gerealiseerd of nu in Kwin zijn opgenomen.
Een meevaller is dan makkelijker te verwerken dan een tegenvaller als je van het hogere niveau was uitgegaan.
Paul Bens
Directeur DLV Advies