Dierenartsen+spijkeren+kennis+over+varkensvoeding+bij
Achtergrond
© Varkens Archief

Dierenartsen spijkeren kennis over varkensvoeding bij

Het aantal geboren biggen per worp is in twintig jaar tijd met 40 procent gestegen. Het grootbrengen van de biggen en voldoende herstellen als zeug om ook de volgende worp goed te presteren is de kunst. Alle facetten van de voeding van zeugen moeten kloppen om grenzen te blijven verleggen. Dierenartsen worden bijgepraat over de nieuwste voedingsinzichten om meer biggen te laten overleven.

'Het is topsport en om verder te komen zijn voerinnovaties nodig. Het juist toepassen van voeders in de praktijk om de prestaties ook te behalen gebeurt met deskundige advisering en in goed samenspel met de varkenshouder', zegt Stefan Regelink, verkoopmanager varkenshouderij bij ABZ De Samenwerking. Hij beet op 18 april de spits af tijdens het seminar 'Focus op overleving van biggen' dat de diervoederproducent in het Gelderse Nijkerk hield voor dierenartsen.

'Varkensvoeding is in de afgelopen decennia flink veranderd. Nu zijn vezels en specifieke structuurbronnen belangrijk, terwijl we tien jaar geleden nog van ruwe celstof spraken en twee decennia terug daar niet eens zoveel belang aan stelden', licht Regelink toe.

Chronische stress

Een vitale big begint bij een fitte zeug. Dit was de kernboodschap van Kaat Goris, technisch varkensspecialist bij Cargill. Ongestoorde hormonale veranderingen laten het werpproces vlot verlopen en geven een optimale biestproductie. 'Vermijd daarom stress bij zeugen rondom het werpen. Chronische stress tijdens de dracht, zoals kreupelheid, zorgt daarenboven ook voor angstiger en agressiever gedrag van de biggen', hield ze de circa 25 dierenartsen in Nijkerk voor.

Imprinting helpt biggen in zoogperiode gemakkelijk aan het vreten te krijgen

Jacco Vessies, nutritionist bij ABZ De Samenwerking Jacco Vessies

'Zorg ook voor een juiste lichaamsconditie rondom werpen voor een vlot werpproces. Tijdens de laatste maand van de dracht moet al aandacht worden besteed aan het conditieverloop. Zo heeft onderzoek van Cargill aangetoond dat een overmatige spierafbraak hier gelinkt is aan meer doodgeboren biggen. Verder zorgen een evenwichtig microbioom, een efficiënte energiestofwisseling en een goede zuurstofvoorziening voor uniformere en zwaardere tomen', zegt Goris.

Insuline is een sleutelhormoon bij de energiestofwisseling. 'Komt er einde dracht voldoende glucose beschikbaar dan geeft dit een hogere foetale groei en energie voor de melkklieren voor de aanmaak van lactose in de biest en melk', weet de specialist. 'Verloopt dit proces niet goed door erge insulineresistentie, dan geeft dat lome zeugen met een slechte voeropname rond het werpen. Dan duurt het geboorteproces langer en verloopt de opstart moeizaam. Biggen van dergelijke zeugen zijn vaak zwaarder bij de geboorte, maar suf. En de uitval is verhoogd.'

Energiemetabolisme

Met de keuze van grondstoffen kan worden ingespeeld op het energiemetabolisme. Een snelle en goed verteerbare energiebron die niet belastend is voor de lever is volgens Goris onder andere kokosolie. 'Beperk de hoeveelheid moeilijk verteerbare vetten in zeugenvoeders en zorg wel voor voldoende omega 3-vetzuren en fermenteerbare vezels. Leverondersteunende additieven op basis van vitamines B, L-Carnitine en bepaalde plantenextracten zorgen voor een fittere zeug en een hogere voeropname rond werpen.'

Ook een voertoevoeging om de doorbloeding en zuurstofvoorziening van de placenta en uier te stimuleren via bloedvatverwijding ondersteunt bij het streven naar minder doodgeboren biggen en een hogere bigoverleving. Goris: 'Zeugen zullen vlotter werpen en een beter uithoudingsvermogen hebben voor een soepele opstart van de lactatie.'

Prelacto voeren is positief

'Meerfasenvoedering bij zeugen zou ook winst op kunnen leveren omdat je nog beter de juiste voedingsstoffen op het juiste moment beschikbaar kunt laten komen', stelt nutritionist bij ABZ De Samenwerking Jacco Vessies. 'Inzet van een prelacto is uitermate geschikt voor een zeugenhouder om de bigoverleving te verhogen. Ook het vaker per dag voeren is interessant. Zeugen twee dagen voor werpen drie keer per dag voeren heeft als resultaat minder doodgeboren biggen.'

Ook sturen op een uniforme zeugenstapel levert volgens Vessies winst op. 'Het voerschema in de dracht goed zetten met GMI-metingen, dikte van de spieren en speklaag levert de beste technische resultaten op. Zeker met de moderne magere zeugengenetica is het belangrijk om de ontwikkeling van de spier- en spekdikte in de dracht en rondom werpen te volgen. Te veel afbraak van spieren aan het eind van de dracht om de negatieve energie balans te compenseren gaat ten koste van de productiviteit.'

Herkenbaar smaakpatroon

Een slimme inzet van smaakstoffen stimuleert de voeropname. Onderzoek toon aan dat kraamzeugen 22 procent meer eten, waardoor ze meer melk produceren en biggen zwaarder zijn bij spenen. 'Ook helpt een herkenbaar smaakpatroon, ofwel imprinting, om biggen in de zoogperiode makkelijker aan het vreten te krijgen. Door na spenen de voeropname te stimuleren, groeien ze beter door', licht de nutritionist toe.

'Het effect van imprinting kan worden benut door dezelfde smaakmakers toe te passen in de biggenvoeders als die in het voer voor de gelten en de zeugen. Via het vruchtwater, de melk herkennen de biggen de smaak. Dat verlaagt de drempel om biggenvoer op te nemen. Ook het verstrekken van twee typen voersoorten zoals muesli vanwege de afwijkende vorm en een zachte taaie prestarter stimuleert de voeropname.'

Voedselneofobie zoveel mogelijk voorkomen
Het zoeken naar vast voedsel bij biggen gebeurt al op dag 2 na de geboorte, geeft dierwetenschapper Liesbeth Bolhuis van Wageningen University & Research (WUR) aan. ‘Het gaat niet zozeer om de hoeveelheid voer die ze opnemen, maar dat ze er op allerlei manieren mee bezig zijn. Leren kauwen en wroeten op verschillende voersoorten waardoor ze minder voedselneofobie kennen. Bovendien is zuigen aan de tepel van de zeug iets anders dan het opnemen van vast voer. Daar worden andere spieren bij gebruikt’, legt de WUR-onderzoeker uit. ‘Biggen die in de kraamperiode hebben gegeten, zijn beter voorbereid op het speenproces en gaan sneller vreten. Zeker als hetzelfde voer met herkenbare smaakstoffen wordt ingezet’, licht de dierwetenschapper toe. Het is volgens Bolhuis essentieel dat biggen opgroeien in een verrijkte omgeving. ‘Dat is stressverlagend, vermindert de ontwikkeling van beschadigend gedrag en het is aangetoond dat het biggen weerbaarder maakt tegen een PRRSV-APP-longinfectie.’

Bekijk meer over:

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    8° / 4°
    60 %
  • Dinsdag
    7° / 4°
    20 %
  • Woensdag
    10° / 6°
    5 %
Meer weer