Praktijkbeeld maatgevend voor effectiviteit circovaccins
In de praktijk worden nauwelijks typische symptomen van circo opgemerkt. Dit betekent volgens Herman Prüst dat het vaccineren van biggen effectief is met op het virustype PCV2a gebaseerde vaccins. 'Worden wat slijters gezien, dan is dat meestal terug te voeren op de nakomelingen van een negatieve subpopulatie gelten. Met goed management is ook dat op te lossen.'
Het Porcine circovirus type 2 (PCV2) is een virus dat wereldwijd op bijna elk bedrijf met varkens wordt aangetroffen. Onderzoek naar de aanwezigheid van afweerstoffen tegen PCV2 in Nederland wees uit dat op alle onderzochte bedrijven een PCV2-infectie aanwezig was. Bij 80 tot 100 procent van de zeugen en oudere vleesvarkens worden volgens Royal GD antistoffen tegen circo aangetoond. In de ons omringende landen worden dezelfde resultaten gevonden.
Het bekendste ziektebeeld als circo in het spel is, is het Postweaning Multisystemic Wasting Syndrome of wegkwijnziekte. Dit ziektebeeld met een verhoogde uitval werd in 1991 voor het eerst beschreven bij Canadese biggen en vleesvarkens. Vijf jaar later werd het verband gelegd met het PCV2-virus. Wegkwijners werden in 1998 voor het eerst in de Nederlandse varkenshouderij opgemerkt.
Jong virus
'Voor de varkenshouderij is het dus nog een vrij jong virus. Relatief snel zijn circovaccins op de markt gekomen en nu wordt ongeveer 95 procent van alle Nederlandse biggen tegen circo gevaccineerd', stelt Herman Prüst, dierenarts bij Boehringer Ingelheim. 'Die eerste generatie vaccins gebaseerd op het PCV2 type a is in de praktijk nog steeds effectief.'
Natuurlijk zijn en blijven we alert op circo-ontwikkelingen, maar aan bangmakerij doen we niet
Dat het circovirus zich evolueert in de varkenshouderij, is volgens Prüst geen publiek geheim. 'De meest voorkomende types bij varkens zijn PCV2a, PCV2b en het sterk opkomende PCV2d. Daar wordt volop over bericht, maar we zien geen toename van typische circoverschijnselen in de varkensstallen', zegt hij.
'Wat in het veld gebeurt, is leidend, ook al is de dynamiek van het circovirus veranderd. Het bewijst dat de huidige circovaccins biggen goede bescherming bieden. Anders zouden varkenshouders, dierenartsen en wetenschappers massaal bij vaccinproducenten aan de bel trekken. Dat doen ze bij ons in ieder geval niet. Natuurlijk zijn en blijven we alert op circo-ontwikkelingen, maar aan bangmakerij doen we niet', benadrukt de dierenarts.
Gelten en vaccinatiemanagement
Incidenteel worden wegkwijnende biggen opgemerkt in de fase na spenen. De oorzaak hiervan is volgens Prüst meestal terug te voeren naar de nakomelingen van de gelten op een bedrijf. 'Opfokzeugen worden voor een leeftijd van zes maanden standaard twee keer gevaccineerd tegen circo en kunnen te weinig in contact zijn gekomen met het PCV2-veldvirus', legt hij uit.
'Als gelten dan op een vermeerderingsbedrijf laat in de dracht een circo-infectie doormaken, kunnen ze hun biggen infecteren. Bovendien bevat de biest van deze negatieve subpopulatie jonge zeugen onvoldoende specifieke antistoffen tegen circo waardoor deze biggen extra risico lopen. Gelten in de adaptatiefase actief in contact brengen met het circovirus kan eenvoudig via speeksel in jutezakken of met speekseltouwen', zegt de dierenarts.
Wat vrij weinig gebeurt, is de zeugen vaccineren tegen circo. Prüst: 'Maar het is wel een optie om met een effectief circovaccin de infectiedruk op een bedrijf te verlagen.'
Gebrekkig vaccinatieprotocol
Soms is het ontstaan van wegkwijners te wijten aan een gebrekkig vaccinatieprotocol. 'Als te snel en onnauwkeurig wordt gewerkt en bij meerdere biggen wordt het vaccin niet goed geïnjecteerd, dan is er een hoger risico op het ontstaan van typische circosymptomen', weet de dierenarts.
'Het vaccinatiemanagement moet kloppen. Geef je biggen rond drie weken leeftijd een hygiënisch, veilig en vers vaccin tegen circo en mycoplasma, dan wil je toch ook dubbel zeker zijn dat alle dieren goed beschermd zijn tegen die twee belangrijke aandoeningen?' zegt Prüst.
Circo monitoren op vermeerderingsbedrijven is niet de standaard. Volgens de dierenarts is dat ook overbodig, als bedrijven het PCV2-virus onder controle hebben. 'Mocht PCV2 in het spel zijn bij jonge biggen, dan kunnen tongpuntjes van gestorven biggen worden benut voor monitoring.'
Wat Prüst zorgen baart, is de wens om varkens in grotere groepen te gaan houden uit oogpunt van dierenwelzijn. 'Het risico voor de diergezondheid neemt juist toe, doordat er bijna kwadratisch meer contacten tussen dieren zijn', licht hij toe. 'Groepen varkens zijn van nature vrij klein. Het is een natuurlijke vorm van risicospreiding. Met een goede bioveiligheid en gevaccineerde varkens verdeeld over meerdere groepjes zijn infecties beter onder controle te houden.'