Tweede Kamer vraagt om minder diertransporten
Het aantal diertransporten moet worden verminderd, vindt een ruime meerderheid van de Tweede Kamer. Verder moet de maximale temperatuur waarop transport mag plaatsvinden naar beneden. Daarnaast moet het kabinet proeven laten doen met karkasvervoer om transport met levende dieren te beperken.
De Tweede Kamer nam dinsdag met een ruime meerderheid drie moties aan waarin het kabinet is gevraagd deze zaken te regelen.
Kamerleden Harm Holman (NSC) en Thom van Campen (VVD) vroegen het kabinet om zich actief in te zetten voor een forse afname van het aantal diertransporten. Daarmee willen ze twee doelen bereiken. Ten eerste willen ze het risico op een pandemie of ziekte-uitbraak verkleinen door minder transportbewegingen. Ten tweede vinden ze vanuit het oogpunt van dierenwelzijn aandacht voor het verminderen van langeafstandstransporten anders dan voor hoogwaardig fokmateriaal.
De Tweede Kamer deed een verzoek om werk te maken van het verlagen van de maximumtemperatuur waarop diertransporten kunnen plaatsvinden. Dit verzoek is al eerder ingediend bij voormalig landbouwminister Piet Adema. Hij heeft destijds een beleidsregel opgesteld die volgens Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) alleen nog naar de Europese Commissie moet worden gestuurd om officieel te worden ingevoerd. Ouwehand riep landbouwminister Femke Wiersma op dit alsnog te doen. Ze kreeg daarbij veel steun uit de Kamer.
Om langeafstandstransporten verder te beperken, vraagt de Tweede Kamer ook om een proef met de transitie naar karkasvervoer. Daarmee wordt volgens de indieners van deze motie, Kamerleden Dion Graus (PVV) en Van Campen, 'gesleep met levende dieren' vermeden en misstanden tijdens vangen, laden, lossen en transport voorkomen.