Voorsorteren op vrijloop voor kraamzeugen
Varkenshouders zijn volop geïnteresseerd in vrijloop bij kraamzeugen. De datum waarop het nationaal en Europees verplicht wordt is nog net niet omcirkeld. Wel staat het jaartal 2035 in alle voorgestelde sterrencriteria van het Beter Leven-keurmerk. Tien jaar vliegt voorbij, zeker als bouwblokken moeten worden opgerekt en ellenlange vergunningsprocedures moeten worden doorlopen. Daarom zullen investeringen in vrijloopkraamhokken voorlopig beperkt gebeuren.
Varkenshouders en de periferie tonen volop interesse in alles wat te maken heeft met het houden van kraamzeugen in vrijloopkraamhokken. Het onderwerp leeft. Tijdens een bijeenkomst van AgruniekRijnvallei en Denkavit op dinsdag 3 september bij Pig Farm Innovation Centre in het Gelderse Stroe draaide het om de kraamstalkeuze van de toekomst.
Commercieel directeur Johan Schuttert van AgruniekRijnvallei gaf aan dat er maximaal zestig mensen pasten in de ontmoetingsruimte tussen de twee afdelingen met zeugen en biggen in vrijloopkraamhokken. Ze hebben mensen moeten weigeren. 'De aandacht voor het houden van vrijlopende kraamzeugen groeit wereldwijd en die ontwikkeling komt ook op ons pad.'
Een aanwezige varkenshouder vertelt, onder voorwaarde van anonimiteit, dat hij hier is op uitnodiging en dat hij zijn ogen zeker niet wil sluiten voor deze innovatie op het gebied van dierenwelzijn. 'Vooroplopen is niet mijn ding. Ik kijk de komende jaren de ontwikkelingen aan. Komt er een vrijloopverplichting, dan ga ik een traject voor mijn gesloten bedrijf uitstippelen. Ook in een varkensarme regio moet je al gauw vijf jaar uittrekken om de vergunningen rond te krijgen.'
Vrijloop bij zeugen werkt bovenal relaxter en we ervaren meer werkplezier
Roadshow op herhaling
Een vergelijkbaar kennisevenement van VKON en Wageningen University & Research (WUR) vond een dag later plaats bij Fokbedrijf Brummelhuis in het Overijsselse Hoge Hexel. Daar was plek voor ruim dertig personen en die waren er ook. Voor de zomer organiseerden WUR en VKON een identieke kennissessie van de 'Roadshow: Winst van een goed ingericht activiteitsgebied voor varkens' met als thema het vrijloopkraamopfokhok.
De ervaringen in Nederland met diverse uitvoeringen van vrijloopkraamhokken nemen toe. Het is geen 'one size fits all'. Zo testte zeugenhouder en subfokker voor Topigs Norsvin, Jarno Brummelhuis, in 2014 tweeënhalf jaar in een aparte ruimte om te komen tot een dier- en boervriendelijke hokuitvoering.
Samen met stalinrichter Nijenkamp kwam hij tot een eenvoudig en praktisch vrijloopkraamhok met een combinatie van kunststof en beton als vloeruitvoering, weinig hekwerk en veel overzicht door het opklapbaar maken van de boxen.
Ook benut Brummelhuis deze hokken voor het opfokken van de biggen die op een leeftijd van vijf weken worden gespeend. 'De wat zwaardere biggen blijven nog vier tot vijf weken in het kraamopfokhok. Op die manier loopt het allemaal net wat soepeler door.'
Van gedachten wisselen
Commercieel directeur Eric Langens van stalinrichter Van Osch adviseert elke zeugenhouder die zich oriënteert op vrijloopkraamhokken, eerst bij collega-varkenshouders te kijken en met hen van gedachten te wisselen. 'Breng het beste van die ervaringen bijeen en spar met ons om een testopstelling op maat te laten maken', stelt hij.
'Als zeugenhouder investeer je in iets waar je dagelijks en jarenlang gemakkelijk, veilig en met plezier top moet kunnen presteren', vervolgt hij. 'Dan kun je beter doordacht te werk gaan dan als het ware iets te kopiëren waar je dag na dag spijt van hebt omdat het niet is afgestemd op jouw werkwijze en bedrijfsomstandigheden.'
Zeugen in kraamstallen volledig vrijloop geven tot aan het moment van spenen is nog steeds de uitdaging. Bedrijfsleider Arnold Groot Wassink van Denkafarm Innovation Centre geeft aan dat dit het uitgangspunt was bij de bouw van de vrijloopkraamhokken in 2016. 'De zeug de hele kraamperiode vrijloop geven is hier geprobeerd, maar het is geen succes geworden', bekent hij.
'Het aantal doodliggers is significant hoger dan dat je ze wat dagen fixeert rond werpen. Dat gebeurt hier dus ook tot vijf dagen na werpen. Maar door de zeugen langer op één plek te houden, slijten de kunststofroosters meer', legt Groot Wassink uit. Zijn wensdroom is ooit de zeugen vrij te kunnen laten werpen zonder dat het ten koste gaat van het aantal te spenen biggen. 'Naast minder arbeid levert het extra welzijn voor de zeug en de mens op.'
Tijdelijk fixeren noodzakelijk
Ondanks een voor zijn bedrijf optimaal vrijloopkraamopfokhok en de aantrekkelijkheid van het biggennest, heeft ook Brummelhuis vergelijkbare ervaringen met extra doodliggers. 'Het is een illusie om zeugen de hele kraamperiode los te kunnen laten lopen. Door op beenwerk te selecteren en de kraamzeugen vijf tot zeven dagen te fixeren zijn hier veel biggenlevens te redden', benadrukt hij.
'Bovendien is bij heel warm weer het risico op doodliggen hoger. Biggen zoeken dan verkoeling buiten hun nest in de ruimte bij hun vrijlopende moeder. In zo'n periode moet je extra alert zijn', aldus Brummelhuis.
De omgeving en dan met name het stalklimaat bij vrijlopende kraamzeugen is een van de succesfactoren, stellen Bart Hooijer en Tom Haasen van stalinrichter Vereijken. 'Het moet vooral koel blijven in de kraamafdelingen, zodat de zeug het voer goed blijft opnemen, volop melk produceert en zorgt dat al haar biggen verzadigd naar het biggennest kunnen gaan.'
Een verschil van 5 tot 7 graden Celsius tussen de afdelingstemperatuur en die in het biggennest is volgens Hooijer en Haasen nodig. 'Optimaal is een kraamstaltemperatuur tussen de 18 en 21 graden. En in het biggennest een starttemperatuur van 35 graden die afbouwt naar 25 graden bij spenen.'
Bij het inzetten van de zeugen stelt Brummelhuis de kraamstaltemperatuur in op 20 graden. Zodra de eerste big geboren wordt, wordt de temperatuur verhoogd naar 22 graden. Na de laatstgeboren big wordt afgebouwd naar 19 graden. De gaskraan staat volgens hem al jaren dicht.
'De zeugen zijn onze kachels en een warmtelamp met twee standen – 150 en 75 watt – zorgt voor de gewenste temperatuur in het biggennest dat van een transparante kap is voorzien. Belangrijk is dat de lucht geconditioneerd via een lange weg door grondkanalen binnenkomt.'
Verschillen in vloeroppervlakte
Wat betreft vloeroppervlakte van vrijloopkraamhokken zien Hooijer en Haasen wereldwijd nogal wat verschillen. 'De meest krappe hokuitvoering wordt aangehouden in Denemarken. Daar werken ze met 6,2 vierkante meter en de ervaring leert dat het biggennest dan veel te krap is gedimensioneerd. Op zo'n beperkte oppervlakte kunnen zeugen minder makkelijk draaien en keren. Daardoor reageren de dieren bij het betreden van het hok ook wat schrikkeriger, leggen ze uit.
Bij Innova Canada, het Canadese kernfokbedrijf van Topigs Norsvin met vrijloopkraamhokken, is 7,8 vierkante meter aangehouden en zijn goede en logische functiegebieden te maken. Ruimte werkt prettiger, benadrukken Hooijer en Haasen.
Een minimale vloeroppervlakte voor vrijloopkraamhokken in Nederland is nog steeds niet vastgesteld. Bij Brummelhuis meten de vrijloopkraamhokken 6 vierkante meter, bij Schothorst Feed Research 6,65 en bij de Pig Farm 7,96 vierkante meter.
Voorgestelde Beter Leven-criteria
In de nieuwe criteria voor het Beter Leven-keurmerk die de Dierenbescherming voor consultatie naar belanghebbende partijen heeft gestuurd, staan 7,5 vierkante meter en de datum 1 januari 2035 vermeld. Wel mag een kraamzeug in een box van 3,8 vierkante meter tijdelijk worden gefixeerd om doodliggen van biggen tegen te gaan.
Een overgangstermijn tot 1 januari 2045 is voorgesteld voor Beter Leven-bedrijven die al werken met vrijloopkraamhokken maar niet voldoen aan die oppervlakte-eis of nu al een vergunningsprocedure hebben lopen.
Rond het samen laten eten van de zeug en haar biggen gaat volgens Haasen en Hooijer nog veel gebeuren. Dat levert volgens hen extra waarde op in het traject tot aan het afvoeren naar de slachterij.
Brummelhuis ziet het belang van biggen laten leren van hun moeder ook in. Daarom koos hij voor een klepelbak met verlaagde trog. Hij ziet dat biggen al vanaf dag drie na hun geboorte lactovoer op gaan nemen en beginnen met water drinken. 'Dat is natuurlijk gedrag waarmee de jonge biggen hun darmen op een veilige manier prikkelen', zegt hij. 'Vermorsing van droogvoer is zeer beperkt, maar bij brijvoedering zal zoiets een stuk lastiger zijn.'
Volgens zowel Brummelhuis als Groot Wassink zijn met vrijloopkraamhokken dezelfde bigproducties te behalen in vergelijking met gangbare kraamhokken. Mits het blijft toegestaan om rond het werpen zeugen minimaal vijf dagen vast te zetten.
'Blijven biggen na spenen in de kraamafdeling, dan eten ze gewoon door en voorkom je een speendip. Het verplaatsen van zeugen gaat vlot omdat ze het gewend zijn om te lopen', verduidelijkt Brummelhuis. 'Bovendien zijn de stookkosten lager en bespaar je arbeid voor het reinigen. Maar bovenal werkt het relaxter en ervaren we meer werkplezier. Wel hebben we acht jaar geleden 30 procent duurder gebouwd', aldus de ondernemer.