Ruim honderdduizend vleesvarkensplaatsen minder dan in 2023
Tot en met week 45 (10 november) hebben de grote varkensslachterijen in Nederland gezamenlijk 12,54 miljoen vleesvarkens geslacht. Dat zijn er bijna 280.000 minder dan in het jaar ervoor, terwijl ook de levende export 7 procent lager is geworden. Dit betekent een krimp van ruim 100.000 plaatsen.
Het aantal varkensslachtingen is tot 10 november 2,2 procent lager dan in de eerste 45 weken van 2023. Dat blijkt uit de marktcijfers van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een gemiddeld varkenskarkas weegt dit jaar 100 kilo warm geslacht gewicht met 58,7 procent vlees. Vorig jaar was dat 99,4 kilo en zat het vleespercentage op 58,9 procent.
De totale varkensvleesproductie van de grote varkensslachterijen komt daardoor uit op 1,25 miljoen ton. Dat is 1,6 procent lager dan in 2023. Toen was dat op hetzelfde moment 1,27 miljoen ton.
Levende export daalt 7 procent
De export van vleesvarkens naar buitenlandse slachterijen is dit jaar weer iets afgenomen. Tot en met week 45 zijn er 738.672 vleesvarkens over de Nederlandse landsgrens afgezet. Vorig jaar waren er op dat moment 795.744 varkens. Dit is een daling van 7,2 procent.
Tot en met 10 november zijn zo'n 336.000 vleesvarkens minder in Nederland slachtrijp gemaakt in vergelijking met 2023. Door uit te gaan van drie ronden per vleesvarkensplaats per jaar, kan worden geconcludeerd dat ruim 100.000 vleesvarkensplaatsen minder in productie zijn dan een jaar geleden.